• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Onbelaste kamerverhuur vereist inschrijving

9 november 2020 door Remco Latour

airbnb

Mr. Xander Arends geeft zijn commentaar op een arrest van de Hoge Raad waaruit blijkt dat de inschrijvingseis een harde voorwaarde is voor de kamerverhuurvrijstelling.

Een vrouw heeft een gedeelte van haar eigen woning in verschillende periodes van het jaar verhuurd via Airbnb. Volgens de Hoge Raad heeft de inspecteur terecht 70% van de huurinkomsten belast als voordeel uit het tijdelijk ter beschikking stellen van de eigen woning. Artikel 3.113 Wet IB 2001 is immers ook van toepassing op de (tijdelijke) verhuur van een deel van de eigen woning. De kamerverhuurvrijstelling van artikel 3.114 Wet IB 2001 mist toepassing omdat niet is voldaan aan de inschrijvingseis van art. 3.114, tweede lid Wet IB 2001. Anders dan Hof Den Haag (NTFR 2020/2265) heeft geoordeeld, heeft deze inschrijvingseis niet alleen een bewijsfunctie. Zij is ook een voorwaarde voor toepassing van de kamerverhuurvrijstelling.

Commentaar mr. Xander Arends

Taxence vroeg mr. Xander Arends, onder andere adviseur bij FBN Juristen en docent bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, om een reactie op dit arrest.

In korte tijd heeft de Hoge Raad twee arresten gewezen die duidelijkheid hebben gegeven hoe opbrengsten uit tijdelijke kamerverhuur, bijvoorbeeld via AirBnb aan toeristen, in de belastingheffing moeten worden betrokken wanneer de kamerverhuur niet plaatsvindt in het kader van een onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden kan worden belast. Tot 18 september 2020 oordeelden voor zover mij bekend alle feitenrechters dat deze opbrengst niet met toepassing van de regel van art. 3.113 Wet IB 2001 voor 70% tot de voordelen uit eigen woning konden worden gerekend. Een uitzondering hierop vormde Hof Den Haag welk hof op 1 mei 2020 oordeelde dat in een dergelijke situatie de kamerverhuurvrijstelling van toepassing kon zijn.

Tijdelijk toeristische kamerverhuur

In deze laatste zaak heeft de Hoge Raad afgelopen vrijdag arrest gewezen. De uitkomst daarvan liet zich raden zeker nadat de Hoge Raad in het tuinhuisarrest van 18 september 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1448) duidelijk heeft gemaakt dat opbrengst uit de tijdelijke verhuur van een aanhorigheid bij of een gedeelte van een eigen woning wel degelijk op basis van de 70%-regel van art. 3.113 Wet IB 2001 kan worden belast. Ik heb in mijn commentaar op dat arrest al aangegeven dat ofschoon ik de motivering van het oordeel niet echt overtuigend vind, met dat oordeel ook duidelijk is geworden hoe de Hoge Raad in de afgelopen vrijdag gepubliceerde procedure zou gaan oordelen. De kort daarna gepubliceerde Conclusie van A-G Niessen van 16 september 2020 (ECLI:NL:PHR:2020:808) adviseerde de Hoge Raad in dezelfde richting erop neerkomend dat de uitspraak van Hof Den Haag onhoudbaar was. Maar ik meen dat ook zonder het tuinhuisarrest de Hoge Raad tot de conclusie zou zijn gekomen dat in geval van tijdelijke toeristische kamerverhuur waarbij uiteraard van inschrijving in de BRP geen sprake is, de kamerverhuurvrijstelling niet van toepassing kan zijn. Zie voorts mijn commentaar op het arrest in NTFR van deze week. Nog geen abonnee? Klik dan hier om 3 maanden kennis te maken met NTFR.’

Wet: art. 3.114, tweede lid Wet IB 2001

Bron: Hoge Raad 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1741, 20/01752

Filed Under: Eigen woning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Leidraad Invordering 2008 gewijzigd
Volgende artikel
Wettelijke omschrijving arbeidsovereenkomst doorslaggevend

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Evaluatie hypothecaire leennormen: ruimte voor verbetering

De hypothecaire leennormen dragen bij aan verantwoorde kredietverstrekking en financiële stabiliteit, maar beperken de toegang tot de koopwoningmarkt. Minister Heinen licht de uitkomsten en aanbevelingen van de onafhankelijke evaluatie van SEO toe.

vermogen inkomen

NOB: Voorstel waardebepaling WOZ kan duidelijker

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft een reactie op de internetconsultatie ‘concept wijzigingsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken’ gepubliceerd.

Praktische probleempunten bij aftrek eigenwoningrente

Geen koppeling hypotheekrenteaftrek aan eerste schijf inkomstenbelasting

Het kabinet heeft onderzocht of de maximale hypotheekrenteaftrek gekoppeld kan worden aan het tarief van de eerste schijf in box 1, maar kiest ervoor de huidige systematiek te handhaven. Staatssecretaris Van Oostenbruggen licht de overwegingen en (on)mogelijkheden toe in een brief aan de Eerste Kamer.

KGS aflossing op annuïtaire lening en overgangsrecht

De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de aflossing op een annuïtaire lening waarbij voor een deel het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden geldt, geheel kan worden toegerekend aan dit deel en in hoeverre het overgangsrecht kan herleven. Een belastingplichtige heeft een eigen woning. Voor de aankoop van de eigen woning is de belastingplichtige... lees verder

Garagebox

Garageboxen op 75 meter afstand geen aanhorigheden woning: terecht in box 3 belast

Garageboxen die op 75 meter loopafstand van een woning liggen, kwalificeren niet als aanhorigheden bij de eigen woning en worden terecht tot de bezittingen in box 3 gerekend.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass in de Eigenwoningregeling

AGENDA

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Sterk in je werk: Mindfulness, communicatie, focus en veerkracht

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Online cursus Eindejaarstips

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


Wilt u een correct e-mailadres invullen?

Inschrijving bevestigen

We hebben u een e-mail gestuurd met daarin een bevestigingslink. Nadat u op deze link heeft geklikt is uw inschrijving bevestigd. Indien u binnen 15 minuten geen e-mail in uw inbox aantreft, controleer dan alstublieft uw spam folder.

Jouw inschrijving is voltooid

Hartelijk dank voor jouw inschrijving voor nieuwsbrief Taxence. Je ontvangt binnenkort jouw eerste nieuwsbrief. Indien je je wilt afmelden kun je gebruik maken van de afmeldlink die in elke nieuwsbrief is opgenomen.

×