De Kennisgroep schenk- en erfbelasting heeft vragen beantwoord over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) bij een tweetrapsschenking.
Een tweetrapsschenking houdt in dat een onderneming door vader wordt geschonken aan zijn zoon, met een tweetrapsbepaling volgens artikel 7:180 BW. De zoon verkrijgt de onderneming onder ontbindende voorwaarde; bij zijn overlijden gaat de onderneming – als opschortende voorwaarde wordt vervuld – naar de kleindochter, die bij overlijden van haar vader in leven moet zijn. In deze casus is vader de insteller, zoon de bezwaarde en kleindochter de verwachter. De zoon zet de verkregen onderneming voort en doet een beroep op de BOR.
Vragen
- Kan worden voldaan aan de bezitseis van de BOR als een onderneming door het vervullen van de opschortende voorwaarde in een tweetrapsschenking wordt verkregen door de verwachter (de tweede trap)?
- Is voldaan aan het voortzettingsvereiste van de BOR als de opschortende voorwaarde binnen de voortzettingsperiode (na de eerste trap) wordt vervuld en de onderneming op grond van een tweetrapsschenking wordt verkregen door de verwachter (de tweede trap)?
Antwoorden
- Nee. Bij een tweetrapsschenking verkrijgt de verwachter door het in vervulling gaan van een opschortende voorwaarde. In dat geval is artikel 1, negende lid, van de Successiewet 1956 (hierna: SW 1956) van toepassing en wordt de schenking geacht tot stand te komen op het moment dat de voorwaarde wordt vervuld. Het betreft een schenking van de schenker (insteller) aan de verwachter. Ten tijde van de tweede trap kan de schenker (insteller) niet aan de bezitseis voldoen, omdat deze het ondernemingsvermogen dan niet meer bezit. De BOR kan daarom bij de tweede trap (onderneming gaat over naar de verwachter) volgens de letter van de wet nooit van toepassing zijn.
In een individueel geval heeft de Staatssecretaris vanFinanciën echter de hardheidsclausule toegepast. Tevens is in de parlementaire geschiedenis (zie de beschouwing hierna) aangekondigd dat vanaf 1 januari 2026 waarschijnlijk de bezwaarde aan de bezitseis moet voldoen. - Ja, op grond van artikel 10, zesde lid, Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting (hierna: URSE) is overlijden van de verkrijger (hier de bezwaarde) geen gebeurtenis die in strijd is met het voortzettingsvereiste.





Geef een reactie