De Kennisgroep successiewet heeft een vraag beantwoord over de goedkeuring in onderdeel 6.7 van het BOR-besluit over herstructureringen in de voortzettingsperiode van de bedrijfsopvolgingsregeling van de Successiewet 1956. Naar het standpunt
A en B zijn elk voor 50% aandeelhouder in Holding BV, die op haar beurt 60% van de aandelen in Werk BV bezit. Daarnaast bezitten A en B ieder rechtstreeks 20% van de aandelen in Werk BV, welke zij twee jaar geleden geschonken hebben gekregen, waarop het voortzettingsvereiste van artikel 35e van de Successiewet 1956 (SW 1956) van toepassing is. Door een aandelenfusie als bedoeld in artikel 3.55 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 brengen A en B hun aandelen in Werk BV in tegen uitgifte van aandelen in Holding BV, waardoor Holding BV uiteindelijk 100% aandeelhouder van Werk BV wordt.
Artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting (URSE) is op deze herstructurering niet toepasbaar, omdat Werk BV meerdere aandeelhouders kent. Het wijzigingsbesluit Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsregeling van 4 juni 2024 biedt in onderdeel 6.7 een tegemoetkoming, onder meer op voorwaarde dat het belang van de verkrijger(s) in de onderneming door de fusie of splitsing niet wijzigt. Door de aandelenfusie is het directe belang van A en B in Werk BV echter omgezet in een indirect belang, waarbij de toepassing van de BOR ter discussie staat.
Vraag
Is sprake van schending van het voortzettingsvereiste van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 (hierna: BOR) als in de casus (van de aanleiding) tijdens de voortzettingsperiode het belang van de verkrijger in de verkregen onderneming door een fusie louter wijzigt van direct naar indirect?
Antwoord
Nee. Als het belang van de verkrijger in de verkregen ondernemingsvermogen door een fusie louter wijzigt van direct naar indirect is aan de voorwaarde in onderdeel 6.7 van het BOR-besluit voldaan, omdat het belang van de verkrijger in de onderneming door de fusie niet afneemt. Met “wijzigt door de fusie of splitsing niet” in het besluit wordt bedoeld dat het verkregen belang in de onderneming bij de fusie niet mag wijzigen van bijvoorbeeld een belang via gewone aandelen in een belang via soortaandelen.





Geef een reactie