• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Telt bij bepaling werkelijk rendement box 3 het rendement uit buitenlands onroerend goed wel of niet mee?

4 augustus 2025 door redactie

huis frankrijk dubbele belasting

De Hoge Raad heeft op 18 juli 2025 geoordeeld dat het rendement uit buitenlands vastgoed niet wordt meegenomen bij de berekening van het werkelijk rendement in box 3. De zaak betrof een belastingplichtige met een woning in Frankrijk. Het RB heeft naar aanleiding van het arrest van 18 juli 2025 vragen gesteld aan de Belastingdienst en het ministerie van Financiën.

In lijn met de arresten van 14 juni 2024 over het rechtsherstel box 3, oordeelt de Hoge Raad dat buitenlands vastgoed buiten beschouwing blijft bij de vaststelling van het werkelijk rendement. De Hoge Raad baseert zijn oordeel op het feit dat box 3 een vlak tarief hanteert, waarbij uit de Nederlandse belastverdragen derhalve in alle gevallen tot een de facto vrijstelling moet leiden, ongeacht het in aanmerking te nemen voordeel.

Als het werkelijk rendement uit buitenlands vastgoed niet meetelt dan zou dit tot gevolg hebben dat belastingplichtigen met buitenlands vastgoed in de vergelijking tussen forfaitair en werkelijk rendement in een gunstige positie zou kunnen komen als het rendement uit buitenlands vastgoed positief is, omdat dan het werkelijk rendement uit buitenlands vastgoed niet meetelt. Hierbij wordt geabstraheerd van de in het buitenland verschuldigde heffing schrijft het RB.

De vraag is volgens het RB of het arrest op bovenstaande wijze gelezen moet worden. In het arrest van 18 juli 2025 oordeelt de Hoge Raad dat de op rechtsherstel gerichte compensatie dient aan te sluiten bij het werkelijke rendement, en dat daarvoor ook rekening moet worden gehouden met ongerealiseerde waardeveranderingen (rechtsoverweging 4.2.1). De Hoge Raad verwijst hierbij naar rechtsoverweging 5.4.8 van haar arrest van 6 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:705). In deze rechtsoverweging oordeelde de Hoge Raad dat ongerealiseerde positieve en negatieve waardeveranderingen ook tot het werkelijke rendement behoren.

In rechtsoverweging 4.2.2 van het arrest van 18 juli 2025 oordeelt de Hoge Raad inderdaad dat het werkelijke rendement van de in Frankrijk gelegen woning buiten beschouwing dient te blijven. De Hoge Raad verwijst hierbij naar rechtsoverweging 4.4.3 uit zijn arrest van 14 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:860). In deze rechtsoverweging constateert de Hoge Raad het volgende. Bij een eventueel in aanmerking te nemen voordeel wegens eigen gebruik van het onroerend goed in Frankrijk, wordt op grond van het Nederlands-Franse belastingverdrag een vermindering van belasting in box 3 verleend dat hetzelfde resultaat oplevert als in de situatie waarin dat voordeel op € 0 zou worden gesteld. Hierdoor hebben de staatssecretaris en belanghebbende geen belang bij het in aanmerking nemen van een voordeel wegens eigen gebruik.

Doordat uit de vaststaande feiten blijkt dat het werkelijk rendement van belanghebbende lager is dan het forfaitair rendement, leidt een in aanmerking te nemen waardeverandering door aftrek ter voorkoming van dubbele belasting niet tot een aanslag naar een hoger bedrag dan waarvan het Hof is uitgegaan. Dit bevestigt de Hoge Raad in rechtsoverweging 4.2.3 van zijn arrest van 18 juli 2025.

Het werkelijk rendement uit buitenlandse vastgoed telt volgens het RB daarom wel degelijk om te bepalen of het werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Zowel huurinkomsten, als voordeel wegens eigen gebruik (vanaf 2026) en ongerealiseerde waarde mutaties tellen daarbij mee. Alleen als dat eenmaal is geconstateerd, speelt het rendement uit buitenlands vastgoed voor de verschuldigde belastingheffing geen rol meer en mag je het werkelijk rendement uit buitenlandse vastgoed buiten beschouwing laten.

Het RB heeft naar aanleiding van het arrest van 18 juli 2025 de volgende vraag gesteld aan de Belastingdienst en het ministerie van Financiën: “Telt bij de bepaling van het werkelijk rendement box 3 volgens de tegenbewijsregeling box 3 het rendement uit buitenlands vastgoed niet mee?”

Bron: RB, 1 augustus 2025

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

Filed Under: Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Vakantiepark moet volledige aanslag toeristenbelasting voldoen voor verblijf arbeidsmigranten
Volgende artikel
Geen overtuigend bewijs voor zakelijk karakter ritten: bijtelling privégebruik auto terecht toegepast

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

landbouwvrijstelling

Internetconsultatie herziening pachtregelgeving

Er is een internetconsultatie geopend over een herziening van de pachtregelgeving.

ministerie financien

Fiscale verzamelwet 2026 gepubliceerd

De Fiscale Verzamelwet 2026 is in het Staatsblad gepubliceerd.

Box 3: termijnverlenging nadere motivering bezwaren en verzoeken

De termijn om het bezwaar of verzoek box 3 nader te motiveren door het formulier Opgaaf werkelijk rendement in te dienen bedraagt 12 weken. Naar aanleiding van vragen en signalen van meerdere fiscaal dienstverleners heeft de Belastingdienst besloten om de indieningstermijn voor fiscaal dienstverleners te verlengen tot 1 mei 2026.

pensioenwet

Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd

De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.

lijfrente

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×