• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Van Rij verschaft duidelijkheid over correctiebeleid

26 mei 2023 door Annemiek Zwaan

voorlopige aanslag 2021

Staatssecretaris Van Rij geeft in een toelichting aan waarom hij geen cassatieberoep instelt tegen de uitspraken van Hof Amsterdam inzake het correctiebeleid bij een te betalen bedrag van minder dan € 225. Daarbij kondigt hij ook aan op korte termijn meer duidelijkheid te verschaffen over het correctiebeleid.

Gelet op de tekst van het door het hof geciteerde correctiebeleid acht de staatssecretaris de uitleg van het hof dat hieruit afgeleid mag worden dat er niet gecorrigeerd zal worden bij te betalen bedragen van minder dan € 225 niet onbegrijpelijk. Een en ander wordt versterkt door een arrest van de Hoge Raad uit november 2021. In het arrest ging het over een inkomenscorrectie van meer dan € 1.000, maar een te betalen bedrag van minder dan € 450. Volgens de Hoge Raad had het hof terecht geoordeeld dat uit de tekst van onderdeel 4 van het correctiebeleid niet duidelijk blijkt wat is bedoeld met de tussen haakjes geplaatste woorden ‘c.q. € 1.000 inkomen’. Zonder miskenning van het recht kon het hof aan dat correctiebeleid de uitleg geven dat – behoudens kwade trouw of repeterende onjuistheden – een navorderingsaanslag tot een bedrag van minder dan € 450 niet wordt opgelegd, ook indien de inkomenscorrectie meer dan € 1.000 beloopt.

Hof Amsterdam

Volgens het hof vermeldt punt 1 van de notitie Correctiebeleid de achtergronden van het beleid om positieve correcties per individuele belastingaanslag (dus per middel en belastingplichtige) al dan niet achterwege te laten. Daarin komt naar voren dat het niet passend wordt gevonden om aan belastingplichtigen een belastingaanslag naar aanleiding van positieve correcties (op de grondslag) op te leggen die slechts een ‘gering bedrag’ aan te betalen belasting inhoudt. Het aanbrengen van positieve correcties in dergelijke gevallen wordt niet passend geacht vanuit een tweeledig perspectief, te weten het perspectief van een doelmatige belastingheffing door de inspecteur en dat van daaraan meewerkend gedrag van belastingplichtigen. Onder punt 2 (Correctiebeleid) is opgenomen dat een bedrag van niet meer dan € 225 als een ‘gering bedrag’ beschouwd kan worden.
De tekst en de strekking van de notitie bevatten geen aanknopingspunten om aan te nemen dat is beoogd in een geval waarin de te betalen belasting naar aanleiding van een correctie minder bedraagt dan € 225 en daarnaast het gehanteerde bedrag bij de inkomenscorrectie meer bedraagt dan € 500, wel een gecorrigeerde aanslag (welke afwijkt van de aangifte) op te leggen. Daarentegen brengt een redelijke uitleg (in het licht van het in de notitie geschetste tweeledige perspectief) mee dat in gevallen waarin de met de correctie gemoeide belasting minder bedraagt dan € 225 een van de aangifte afwijkende aanslag niet zal worden opgelegd, ook niet indien de inkomenscorrectie meer dan € 500 beloopt.

De staatssecretaris verwacht daarom dat de Hoge Raad ook hier zal oordelen dat het hof het zo heeft kunnen uitleggen. Dat binnen de Belastingdienst een andere uitleg wordt voorgestaan, maakt dat niet anders.

Bron: Ministerie van Financien, 16 mei 2023, nr. 2023-0000117174 – Toelichting op het niet instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraken van Hof Amsterdam 21-03-2023 (ECLI:NL:GHAMS:2023:809, ECLI:NL:GHAMS:2023:810 en ECLI:NL:GHAMS:2023:775); Hoge Raad 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1671)

Filed Under: Fiscaal nieuws, IB-ondernemer, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Jaarrapportage 2022 Douane
Volgende artikel
Nederlandse uitleg van begrip nieuwbouw is te streng

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

tax talks

Nieuwe regels voor beoordeling arbeidsrelaties

Vanaf 2026 treedt het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties (Vbar) in werking. Het introduceert duidelijke criteria voor werkrelaties, maakt extern ondernemerschap een volwaardig criterium en beëindigt het handhavingsmoratorium. Fiscalisten en ondernemers moeten zich voorbereiden op strengere toetsing door de Belastingdienst.

doorschuiffaciliteit open cv

Standpunt kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap

De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap.

vrouw laptop

Beantwoording nadere vragen Eerste Kamer over gezamenlijke basistarief

Staatssecretaris Heijnen beantwoordt nadere vragen van de Eerste Kamer over de mogelijkheden om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten voor een eigen woning te koppelen aan de 1e schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

Geen verhuiskostenforfait bij niet-zakelijke verhuizing voor beperkte nevenwerkzaamheden

Het Gerechtshof Amsterdam wees in juli 2025 een verzoek tot aftrek van verhuiskosten en het forfaitaire bedrag van € 7.750 af. De verhuizing was volgens het hof niet zakelijk noodzakelijk gezien de beperkte omvang van nevenwerkzaamheden naast substantiële loondienst, ondanks aangetoonde geluidsoverlast. Het hoger beroep bleef ongegrond; er is geen recht op aftrek of interne compensatie.

salaris

KvK-inschrijving en btw-nummer onvoldoende voor IB-ondernemerschap bij dga

Hof Den Haag oordeelt dat een man geen ondernemer is voor de inkomstenbelasting, ook al stond hij ingeschreven bij de KvK en droeg hij btw af. De managementvergoeding die hij van zijn bv ontving, is terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×