
Met een nieuw besluit wordt de bpm-heffing voor emissievrije bijzondere personenauto’s en motorrijwielen gelijkgetrokken met die van emissievrije personenauto’s. Hiermee wordt een groot verschil in belastingdruk per 1 januari 2025 tijdelijk weggenomen.
Het besluit geldt vooruitlopend op wetgeving en is bedoeld om een onrechtvaardig verschil in bpm-tarieven voor emissievrije voertuigen te voorkomen. De regeling werkt terug tot 1 januari 2025 en vervalt op 1 januari 2026.
Gelijke behandeling voor emissievrije voertuigen
Op 1 januari 2025 zijn door het vervallen van de vrijstelling van bpm voor emissievrije motorrijtuigen grote verschillen ontstaan in de bpm tussen emissievrije personenauto’s enerzijds en emissievrije bijzondere personenauto’s (zoals kampeerauto’s en rolstoelvervoer) en emissievrije motorrijwielen anderzijds. Voor emissievrije personenauto’s geldt vanaf 2025 een vaste voet van € 667 aan bpm. Voor bijzondere personenauto’s en motorrijwielen werd de bpm echter berekend op basis van de catalogusprijs: respectievelijk 37,7% en 9,6% of 19,4%. Hierdoor kon de bpm voor deze voertuigen oplopen tot meer dan € 25.000, wat als onrechtvaardig werd beschouwd.
Tijdelijke goedkeuring en terugwerkende kracht
Om dit verschil te overbruggen, is vooruitlopend op wetgeving goedgekeurd dat in 2025 voor emissievrije bijzondere personenauto’s een bpm van € 667 geldt en voor emissievrije motorrijwielen € 200. Voor aangiften tussen 1 januari en 1 juli 2025 wordt via een ambtshalve vermindering het juiste bpm-bedrag toegepast. Vanaf 1 juli 2025 kunnen vergunninghouders en particulieren bij hun aangifte direct uitgaan van de nieuwe vaste voet.
Zwaarwegend maatschappelijk belang
Het besluit is genomen vanwege het zwaarwegende maatschappelijk belang: het grote verschil in bpm voor emissievrije voertuigen is niet te rechtvaardigen. Door snelle publicatie en terugwerkende kracht wordt de periode waarin het verschil bestaat zo kort mogelijk gehouden. Definitieve wetgeving volgt in het Belastingplan 2026.
Bron: Besluit van 23 juni 2025, nr. 2025-15816, Ministerie van Financiën, Stcrt. 2025, 21007
Geef een reactie