• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Wie is de UBO?

2 juni 2020 door Anne-Marie Noordenbos

UBO-register privacy

Minister Hoekstra van Financiën stuurt de nadere memorie van antwoord inzake het wetsvoorstel UBO-register. Hierin wordt onder meer verduidelijkt wanneer iemand als UBO wordt aangemerkt en wat de invloed van het huwelijksgoederenregime is.

Verenigingen

De registratie van een aantal partijen is niet zinvol. Voor verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid ofwel informele verenigingen geldt dat zij niet volwaardig aan het handelsverkeer kunnen deelnemen. Zij kunnen niet alle rechten en verplichtingen verkrijgen als natuurlijke personen, zoals voor andere juridische entiteiten wel het geval is. Daarnaast zijn de bestuurders van een dergelijke vereniging hoofdelijk aansprakelijk, is voor oprichting van de vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid geen notariële akte of inschrijving in het handelsregister vereist. De vereniging van eigenaars is uitgezonderd omdat de witwasrisico’s zeer beperkt zijn gezien het verplichte wettelijke regime in boek 2 BW.

Stichtingen

Voor het beantwoorden van de vraag of een uitkering aan een begunstigde door een stichting al dan niet meer dan 25 procent bedraagt, is van belang hoe de uitkering zich verhoudt tot het bedrag dat door de stichting is vastgesteld als “voor uitkering vatbaar” in het voorafgaande jaar. Wanneer een stichting uit haar jaarstukken opmaakt dat een uitkering aan een bepaalde begunstigde in het voorafgaande jaar kwalificeert als meer dan 25 procent van het voor uitkering vatbare deel van het vermogen, dient zij deze begunstigde als UBO te registreren. Er is geen minimale termijn verbonden aan het zijn van een UBO en een begunstigde is ook niet een UBO voor een bepaald jaar. Zodra de stichting, bijvoorbeeld aan de hand van haar jaarstukken, vaststelt dat deze begunstigde in het voorafgaande jaar niet langer een uitkering ontvangt die meer dan 25 procent van het voor uitkering vatbare bedrag bedraagt, dient zij deze begunstigde niet langer te registreren.  

Aandelen

Van cumulatief preferente aandelen is sprake indien, naast uitkering van het percentage dat ziet op het huidige boekjaar, de aandelen ook recht geven op uitkering van het percentage dat bij gebrek aan winst in de voorgaande jaren niet kon worden uitgekeerd. Als aan de houder van cumulatief preferente aandelen geen dividend kan worden uitgekeerd, dan behoudt hij het recht op dit dividend. Dit houdt in dat als er op enig moment weer sprake is van voldoende vrij vermogen, dat dit achterstallige dividend op dat moment alsnog moet worden uitgekeerd. De kwalificatie als UBO kan daarmee afhangen van de hoogte van de dividenduitkering ten opzichte van het bedrag dat wordt uitgekeerd. Wanneer de aandeelhouder zijn aandelen al heeft verkocht aan een ander voordat het bedrag dat wordt uitgekeerd is vastgesteld, ligt het niet voor de hand dat de aandeelhouder met terugwerkende kracht als UBO zou moeten worden geregistreerd op basis van later uitgekeerde achterstallige dividend aan degene aan wie hij zijn aandelen heeft verkocht. 

Huwelijksgoederenregime

Bij een aandelenbezit van 100% dat in de huwelijksgemeenschap valt, brengt het huwelijksvermogensrecht mee dat ieder van de echtgenoten gerechtigd is tot de aandelen, net als elk ander goed dat op grond van artikel 1:94 lid 2 BW in de huwelijksgemeenschap valt. De in gemeenschap van goederen gehuwde partner van een enig aandeelhouder is daarmee gerechtigd tot die aandelen, maar zal in de praktijk geen zeggenschapsrechten kunnen uitoefenen zolang die partner niet als zodanig bekend is bij de vennootschap. Deze Implementatiewet beoogt dat de in gemeenschap van goederen gehuwde partner niet, naast zijn of haar partner die alle aandelen in het kapitaal van de vennootschap houdt, enkel om die reden ook als UBO dient te worden gekwalificeerd. In het geval van een in gemeenschap van goederen gehuwde partner volstaat de UBO registratie van alleen de aandeelhouder met meer dan 25% van de aandelen in het kapitaal van de vennootschap, die als zodanig bekend is bij de vennootschap. De regering kan verder bevestigen dat de Kamer van Koophandel het huwelijksregime bij een enig aandeelhouder niet meeneemt in het handelsregister.  

Poortwachters

Aan de Autoriteit Persoonsgegevens is advies gevraagd of poortwachters (onder meer) toegang kunnen krijgen tot de aanvullende informatie in het UBO-register. Deze informatie is enkel voor bevoegde autoriteiten en de FIU-Nederland toegankelijk. Op dit moment wordt nog tezamen met andere mogelijkheden om de informatiepositie van poortwachters te verbeteren, afgewogen of deze toegang noodzakelijk en proportioneel is. Dit wordt betrokken bij het reeds in consultatie gebrachte wetsvoorstel plan van aanpak witwassen, waarin meerdere zaken worden opgenomen ten behoeve van de verbetering van de informatiepositie van poortwachters. Het streven is dit wetsvoorstel na de zomer aan de Raad van State voor advies voor te leggen.

Meer informatie: Ministerie van Financiën, 29 mei 2020

Meer weten?

Maandag 14 december 2020 verzorgen mr. Jan Willem Schenk en drs. Jeroen Knol een verdiepingscursus over de implementatie van het UBO-register.

Meer informatie en aanmelden

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Scherpere controle op inkomsten uit Airbnb
Volgende artikel
Vooraankondiging arresten Hoge Raad 5 juni 2020

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

minimumbelasting

Standpunt berekening inkomen-inclusiebijheffing bij interne overdracht van een laagbelaste groepsentiteit

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een vraag beantwoord over de berekening van het bedrag aan inkomen-inclusiebijheffing ingeval van een overdracht, binnen dezelfde groep, gedurende het verslagjaar, van een laagbelaste groepsentiteit door een in Nederland gevestigde moederentiteit aan een andere moederentiteit die gevestigd is in een andere staat.

zwanger-werknemer

Standpunt Verdrag NL – BEL en heffingsrecht WAZO-uitkeringen ivm zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en België bij uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorg in verband met zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof en aanvullingen van de werkgever daarop.

Standpunt over zelfstandige die als docent werkt en Verdrag NL-BEL

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over het lerarenartikel in het belastingverdrag Nederland - België. De vraag ziet op een zelfstandige die als docent werkt voor een Nederlandse onderwijsinstelling en vervolgens na twee jaar in dienst treedt als docent bij dezelfde onderwijsinstelling.

azerbedjan

Standpunt kwalificatie huurbetalingen machine onder Verdrag Nederland–Azerbeidzjan

De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft de vraag beantwoord of huurbetalingen voor een machine onder het Verdrag Nederland–Azerbeidzjan kwalificeren als royalty’s.

minimumbelasting

Standpunt correctie acute belastinglast uit pre-Pijler 2-verslagjaar

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een standpunt gepubliceerd over de verwerking van een belastingbate in verband met een aanpassing van de acute belastinglast over het verslagjaar 2021, zijnde een verslagjaar dat ligt voor de inwerkingtreding van de Wet minimumbelasting 2024.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×