• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Waardering PEB volgens omslagstelsel

22 februari 2022 door Michel Halters

dga en pensioen

Hof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2021:10906, keurt goed dat een bv haar bestaande verplichting voor het pensioen in eigen beheer gaat waarderen volgens het omslagstelsel. Daardoor hoeft de bv geen voorziening meer op te nemen op de balans. De winst die door vrijval van de oude voorziening ontstaat, mag de bv gebruiken om verliesverdamping te voorkomen.

Voor het pensioen in eigen beheer (PEB) golden tot 1 januari 2017 als belangrijkste opbouwmethoden: de eindloonregeling en de middelloonregeling. Bij deze opbouwmethoden staat het pensioen op pensioendatum vast. De werknemer weet bij deze regeling waar hij aan toe is. Voor de werkgever is deze methode nadelig. Bij een daling van de rente bijvoorbeeld moet hij bijstorten om aan de werknemer het toegezegde pensioen te kunnen uitkeren. Voor een werkgever is het moeilijk om in te schatten hoeveel kapitaal hij nodig heeft voor de financiering van een pensioen volgens eindloonregeling. Bij een eindloonregeling is het pensioen de uitkomst van: het aantal dienstjaren vermenigvuldigd met het opbouwpercentage en de pensioengrondslag. De pensioengrondslag bij een eindloonregeling is het laatst verdiende loon verminderd met de AOW-franchise. Over de franchise bouwt men geen pensioen op, omdat men geacht wordt voor dat deel AOW te ontvangen. Bij een middelloonregeling bouwt men pensioen op volgens het gemiddeld genoten loon in plaats van het laatst genoten loon.

Voorbeeld

Om de systematiek van een eindloonregeling te verduidelijken volgt hier een vereenvoudigd cijfervoorbeeld. Een werknemer heeft 30 dienstjaren. Zijn laatst verdiend loon bedraagt € 60.000. De AOW-franchise bedraagt (gemakshalve) € 10.000 en het jaarlijkse opbouwpercentage 1,5. Die werknemer heeft dan bruto € 22.500 pensioen opgebouwd (30 x 1,5% x (€ 60.000 – € 10.000). Als hij vanaf nu geen pensioen meer opbouwt, ontvangt hij vanaf pensioendatum jaarlijks € 22.500 bruto aan pensioen. Bij een middelloonregeling is het gemiddeld genoten in plaats van het laatstverdiende loon de basis voor de pensioenberekening.

Actuariële waardering pensioenrechten

Volgens art. 3.29 Wet IB 2001 moet een bv die een pensioen in eigen beheer houdt voor een dga, haar pensioenverplichtingen fiscaal waarderen met inachtneming van algemeen actuariële grondslagen. Dit houdt in dat bij de berekening factoren als rente, sterftekansen en kostenopslagen in aanmerking worden genomen. Fiscaal moet daarbij een rekenrente van 4% worden gehanteerd. Professionele verzekeraars zullen een veel lagere rekenrente hanteren. De commerciële waarde van de voorziening is daardoor veel hoger. Die hogere commerciële waarde is de waarde die bij afkoop belast is. ‘Tijdens de rit’ speelt die hoge commerciële waarde feitelijk geen rol. Dat gebeurt wel als het PEB, al dan niet fictief, wordt afgekocht of als de dga in een echtscheiding terecht komt.

Omslagstelsel

Voor een bespreking van de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden, zie: ‘ Bv mag stelsel PEB wijzigen voor verliesverrekening‘. Het hof omschrijft het omslagstelsel als een financieringsstelsel waarin passivering van een pensioenverplichting achterwege wordt gelaten. Dit is mogelijk, omdat met de voor de uitkering van pensioenen benodigde bedragen ten laste van de winst komen in het jaar waarin het pensioen wordt uitbetaald. Passivering van bedragen is dan niet nodig. Opzeeland (NTFR 2022/225) merkt terecht op dat waardering op basis van het omslagstelsel in strijd komt met art. 3.29 Wet IB 2001.

At arm’s length handelen

Bij het PEB hebben de bv en dga in het verleden een pensioenovereenkomst gesloten. In de uitspraak van Hof Arnhem is niet duidelijk wat partijen met elkaar hebben afgesproken. Bij het schriftelijk vastleggen van pensioenovereenkomsten maakte de praktijk in het verleden vaak gebruik van zogeheten modelovereenkomsten (op internet te vinden met zoekopdracht ‘modelovereenkomst pensioen in eigen beheer’). Deze overeenkomsten stelde de Belastingdienst (centraal aanspreekpunt pensioenen) beschikbaar. In deze overeenkomsten waren een aantal bepalingen opgenomen, die deels waren ontleend aan de Wet op de loonbelasting. Het is zeer waarschijnlijk dat de dga uit de casus van de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden ook een pensioenovereenkomst had gesloten gebaseerd op de modelovereenkomst. Hij heeft dan een afkoopverbod en bij aanpassing van de pensioenaanspraken, blijven de opgebouwde aanspraken in stand.

Afkoopverbod

Om aan de wettelijke voorwaarden voor pensioen in eigen beheer te voldoen, moesten de bv en dga een afkoopverbod opnemen in hun overeenkomst. Naast daadwerkelijke afkoop, vielen hier ook onder het vervreemden, het prijsgeven, of het formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, vergelijk art. 19b Wet, lid 1, letter b, Wet LB 1964. Door volgens het omslagstelsel te gaan waarderen en de daaropvolgende vrijval van de bestaande voorziening PEB in de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden lijkt sprake te zijn geweest van het prijsgeven van pensioenaanspraken.

Aanpassing pensioenaanspraken

Een andere bepaling die in de modelovereenkomst stond was het voorbehoud voor het aanpassen van de pensioenaanspraken. In de praktijk kon een bv de opgebouwde aanspraak voor het PEB op basis van dit artikel overigens zelden tot nooit aanpassen. Maar stel dat het een bv zou zijn toegestaan, dat toch te doen. Dan staat in dit artikel dat een aanpassing van de pensioenaanspraak geen gevolgen mag hebben voor de op dat moment reeds opgebouwde pensioenaanspraken. Denk aan een dga die bijvoorbeeld een jaarlijks pensioen van € 22.500 heeft opgebouwd. De bv mag die pensioenaanspraken niet verlagen. Reeds opgebouwde aanspraken moeten in stand blijven. In de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden zijn de opgebouwde aanspraken verminderd naar nihil en de is de voorziening vrij gevallen. Pensioenen worden alleen uitbetaald als de bv voldoende winsten heeft behaald. De dga heeft geen zekerheid meer dat hij zijn volledig opgebouwd pensioen zal ontvangen.

Overgang naar het omslagstelsel

Het hof heeft geen aandacht geschonken aan het at arm’s length handelen van de bv en de dga. Naar mijn mening zou de uitkomst voor de dga anders zijn geweest als het hof wel hieraan aandacht had geschonken. Art. 19b, lid 1 letter b Wet LB 1964 (tekst 2016, overgangsrecht) bepaalt dat de (commerciële) waarde van de pensioenaanspraak bij afkoop bij de dga als loon uit vroegere arbeid belast is. Dat geldt ook voor het prijsgeven van een aanspraak (art. 19b, lid 1, letter c Wet LB 1964 (tekst 2016, overgangsrecht). Volgens art. 30i, lid 1, letter a en lid 2 AWR is de dga ook nog eens 20% revisierente verschuldigd. Die revisierente wordt bepaald op basis van de commerciële waarde van de pensioenaanspraken. In de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden bedroeg de fiscale waarde van de pensioenaanspraak € 369.543. Bij de huidige rentestand, zou de commerciële waarde nu best wel eens € 1 miljoen of hoger kunnen zijn. Als het hof het ‘at arm’s length’ handelen van de dga en de bv in zijn oordeel zou hebben betrokken, zou de uitkomst best wel eens heel nadelig voor de dga geweest kunnen zijn. Dan zou dga nog een navorderingsaanslag inkomstenbelasting kunnen krijgen gebaseerd op een extra loon uit vroegere dienstbetrekking van (stel:) € 1 miljoen commerciële waarde, verhoogd met € 200.000 revisierente (20%).

Cassatie

De staatssecretaris is in cassatie gegaan tegen de uitspraak van het hof. Voor de praktijk is het daarom raadzaam deze uitspraak niet als leidraad te nemen en terughoudend te zijn met het afkopen of prijsgeven van pensioenaanspraken, zelfs als de Hoge Raad de uitspraak in stand laat. Een andere keer betrekt de inspecteur mogelijk wel het ‘at arm’s length’ handelen in een procedure en is de pensioengerechtigde dga bij overgang naar een waardering volgens het omslagstelsel de klos.

Wet: art. 3.29 Wet IB 2001, art. 19b, lid 1, letters b en c Wet LB 1964 (tekst 2016, overgangsrecht) en art. 30i, lid 1, letter a en lid 2 AWR

Filed Under: BV & DGA, Nieuws, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Bezwaarschrift moet juiste heffing noemen
Volgende artikel
Verlaging vergrijpboete vanwege impact en feitencomplex

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

UBO-register privacy

Heropening vereffening bv beïnvloedt IB-heffing niet

De heropening van de vereffening van een bv heeft geen terugwerkende kracht en verandert niets aan de belastingheffing in het jaar van ontbinding.

geheimhoudingsplicht notaris

Dga kan gebruikelijk loon niet verlagen tot nihil bij omzet

Ook bij minimale activiteiten moet een bv een gebruikelijk loon toepassen; hof Den Haag stelt dit vast op € 20.000. Een vrouw is sinds 2018 bestuurder en enig aandeelhouder van een bv. Voor het jaar 2019 gaf zij een negatief inkomen aan. De inspecteur corrigeerde dit met een gebruikelijk loon van € 45.000, maar verlaagde... lees verder

kilometervergoeding

Gebruikelijkloonregeling kan ook gelden voor bestuurder STAK

Als de bestuurder van een stichting administratiekantoor over het vermogen van een bv kan beschikken alsof het zijn eigen vermogen is, is de gebruikelijkloonregeling van toepassing.

onzakelijke lening

Verlies uit aandelenlening is geen aftrekbaar ab-verlies

Een vergoeding in aandelen voor het uitlenen van aandelen telt niet als een koopoptie op aandelen voor het regime van het aanmerkelijk belang.

Winstuitdeling bij onzakelijke verkoop aan cv van dga

De verkoop van een onroerende zaak door een vennootschap aan een cv waarvan haar aandeelhouder commanditair vennoot is, vormt een verkapte winstuitdeling.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass (excessief) lenen van en aan de BV

Verdiepingscursus DGA-advisering

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


Wilt u een correct e-mailadres invullen?

Inschrijving bevestigen

We hebben u een e-mail gestuurd met daarin een bevestigingslink. Nadat u op deze link heeft geklikt is uw inschrijving bevestigd. Indien u binnen 15 minuten geen e-mail in uw inbox aantreft, controleer dan alstublieft uw spam folder.

Jouw inschrijving is voltooid

Hartelijk dank voor jouw inschrijving voor nieuwsbrief Taxence. Je ontvangt binnenkort jouw eerste nieuwsbrief. Indien je je wilt afmelden kun je gebruik maken van de afmeldlink die in elke nieuwsbrief is opgenomen.

×