• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Soms geen vergrijpboete bij btw-fraude vóór 2014

11 juli 2023 door Remco Latour

winkel elektronica

Pas in 2014 heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat de fiscus aftrek voorbelasting altijd moet weigeren als een ondernemer wist dat hij leverde in een keten met btw-fraude. Daarvoor kon nog sprake zijn van een pleitbaar standpunt, waardoor een vergrijpboete achterwege moet blijven.

Een zaak voor de Hoge Raad ziet op een Nederlandse bv die een groothandel in computers, randapparatuur en software exploiteert. In de jaren 2007 tot en met 2010 heeft de bv het grootste deel van haar omzet behaald met het verkopen van onder meer central processing units, harddisk drives en consumentenelektronica aan afnemers buiten Nederland. Zij heeft voor de verkoop en afzet van deze producten naar onder andere Italië, Frankrijk en Spanje gebruik gemaakt van agenten die in deze landen wonen of zijn gevestigd. De bv heeft met betrekking tot de leveringen van de producten aan afnemers in andere EU-lidstaten facturen uitgereikt. Op deze facturen staat geen btw vermeld. In haar aangiften omzetbelasting over tijdvakken in de jaren 2007 tot en met 2010 heeft de bv de leveringen aan deze afnemers opgegeven als intracommunautaire leveringen. Op deze intracommunautaire leveringen heeft zij het nultarief toegepast. Daarnaast heeft zij de voorbelasting afgetrokken.

Fraude in de btw-keten

Naar aanleiding van boekenonderzoeken stelt de Belastingdienst later vast dat aan de bv ten onrechte aftrek van voorbelasting over bepaalde inkopen is toegekend. Het betreft de inkopen met betrekking tot de leveringen die de bv heeft aangemerkt als intracommunautair. Volgens de fiscus heeft de bv de desbetreffende producten steeds verkocht en geleverd binnen een handelsketen waarin in een andere lidstaat btw-fraude heeft plaatsgevonden. Deze fraude heeft plaatsgevonden doordat de vermeende afnemers van de bv zogeheten (remote) missing traders waren. Deze missing traders zijn hun btw-verplichtingen niet nagekomen. De inspecteur stelt dat de bv op de hoogte is geweest van deze fraude. Hij legt de bv daarom naheffingsaanslagen omzetbelasting en een vergrijpboete op. Volgens Hof Amsterdam is dat in beginsel terecht, als vermindert het hof wel de naheffingsaanslagen en de vergrijpboete. Zie NTFR 2021/713.

Vroeger pleitbaar standpunt

Maar in cassatie komt de Hoge Raad tot een andere uitkomst. Aan de ene kant is het zo dat onder bepaalde omstandigheden de fiscale autoriteiten van EU-lidstaten aftrek van voorbelasting moeten weigeren. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als vaststaat dat met de desbetreffende goederen btw-fraude is gepleegd. Bovendien wist of moest de btw-ondernemer hebben geweten dat hij betrokken was bij deze fraude. Onder deze voorwaarden moet de fiscus zelfs de aftrek van voorbelasting weigeren als dat volgens de nationale wet niet hoeft. Maar deze regel vloeit voort uit Europese rechtspraak (ECLI:EU:C:2014:2455). Dit arrest dateert van 2014, dus nadat de leveringen van deze casus hadden plaatsgevonden. Dat betekent dat de bv een standpunt heeft ingenomen dat toen nog pleitbaar was. Daarom vernietigt de Hoge Raad de opgelegde vergrijpboete.

Wet: art. 8:45 Awb, art. 67 AWR en art. 15, eerste lid Wet OB 1968

Bron: Hoge Raad 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1049, 20/02904

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Geen verrekening DB voor niet-uiteindelijk gerechtigde
Volgende artikel
Verdragenoverzicht per 1 juli 2023

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Strikte toepassing grens startersvrijstelling bij overdracht woning

Een koper van een woning die net boven de grens voor de startersvrijstelling zit, moet de volledige overdrachtsbelasting betalen. De rechtbank volgt strikt de wet en ziet geen ruimte voor uitzondering, ook al is het verschil met de waardegrens gering.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Overdrachtsbelasting

Online cursus Btw-aangifte

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×