Wie feitelijk leiding geeft aan langdurige btw-carrouselfraude riskeert al gauw een taakstraf en een forse boete.
Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt een vrouw ervan in de periode van 13 juli 2011 tot en met 20 januari 2014 met een ander feitelijke leiding te hebben gegeven aan btw-fraude. Deze fraude zou hebben plaatsgevonden doordat een tot drie bv’s opzettelijk onjuiste of onvolledige aangiften omzetbelasting hebben ingediend. Zo zou te weinig omzetbelasting zijn afgedragen. Daarnaast verdenkt het OM de vrouw ervan dat zij vervoersdocumenten, facturen en/of koopovereenkomsten heeft vervalst. Ten slotte zou de vrouw opzettelijk in samenwerking met anderen een valse bedrijfsadministratie hebben opgemaakt. Met betrekking tot het vervalsen van de documenten en de administratie stelt het OM subsidiair dat de vrouw daaraan feitelijk leiding heeft gegeven. Rechtbank Overijssel vindt dat het OM niet heeft bewezen dat de vrouw zelf documenten en de administratie heeft vervalst. Maar de rechtbank acht voldoende bewezen dat de vrouw feitelijk leiding heeft gegeven aan de ten laste gelegde handelingen.
Btw-carrouselfraude
De rechtbank stelt voorop dat de vrouw indirect 100%-aandeelhouder is van drie bv’s en twee Duitse GmbH’s. De vrouw is verantwoordelijk voor de financiële administratie. Zij stelt onder meer de verkoopfacturen op en dient de aangiftes omzetbelasting in. De vijf lichamen behoren allemaal tot een concern. De Nederlandse bv’s van het concern kopen vaak auto’s in bij Nederlandse importeurs. Vervolgens leveren de bv’s die auto’s tegen het nultarief aan de Duitse GmbH’s, die de auto’s weer doorleveren aan Nederlandse vennootschappen. De uiteindelijke afnemers zijn steeds natuurlijke personen in Nederland. Daardoor zou uiteindelijk Nederlandse omzetbelasting verschuldigd zijn. Maar de Nederlandse vennootschappen blijken ploffers te zijn. Dit haalt de rechtbank uit het feit dat deze bedrijven frequent wisselen van bestuurders en vaak geen administratie hebben. Ook dragen zij geen omzetbelasting af terwijl zij wel omzet maken. De rechtbank constateert dat hier sprake is van btw-carrouselfraude.
Taakstraf, voorwaardelijke celstraf en boete
Vervolgens oordeelt de rechtbank dat inderdaad sprake is van het opstellen van vervalste documenten, maar dat dit is toe te rekenen aan de bv’s en GmbH’s. Wel heeft de vrouw zich gezien haar positie als aandeelhouder schuldig gemaakt aan feitelijk leiding geven aan deze fraude. Zij was op de hoogte van het feit dat de uiteindelijke afnemers Nederlandse natuurlijke personen waren. De rechtbank gaat ervan uit dat het veroorzaakte fiscale nadeel door het niet afdragen van omzetbelasting € 361.000,- bedraagt. Voor haar participatie in de btw-fraude krijgt de vrouw een taakstraf voor de duur van 240 uren en een geldboete van € 50.000 opgelegd. Daarnaast krijgt zij een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaren opgelegd.
Wet: art. 69 AWR en art. 51 en 225 WvSr
Geef een reactie