• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Fraus legis ondanks tegenbewijs bij antiwinstdrainage

8 november 2023 door Remco Latour

Kaaiman eilanden

Ook al is tegenbewijs geleverd in het kader van de antiwinstdrainagemaatregel, dan nog kan betaalde rente op grond van fraus legis niet aftrekbaar zijn.

Twee fondsen die bestaan uit een aantal op de Kaaiman Eilanden gevestigde ‘limited partnerships’, richten een S.à.r.l. op. De limited partnership tellen voor de Nederlandse belastingwetgeving als niet-transparante samenwerkingsverbanden. De S.à.r.l. houdt alle aandelen in een holding die samen met haar dochtervennootschap is opgericht in verband met de overname van een groep. Direct na de overname wordt de tophoudstervennootschap gevoegd in een fiscale eenheid (FE) voor de vennootschapsbelasting met de holding. De dochtervennootschappen van de tophoudster gaan voor zover mogelijk ook tot de FE behoren. De S.à.r.l. geeft aan haar aandeelhouders A- en B-preferred equity certificates (PEC’s) uit van een bedrag van € 49 miljoen respectievelijk € 636 miljoen. Met het oog op de overname van de groep heeft de S.à.r.l. € 43.000.000 gestort op de aandelen in de holding. Daarnaast heeft de S.à.r.l. een aandeelhouderslening van ongeveer € 635.000.000 een de holding verstrekt.

Geen onzakelijke omleiding van gelden

Tussen de FE en de Belastingdienst ontstaat een geschil over de aftrekbaarheid van de rente over de aandeelhouderslening. Volgens de inspecteur is deze lening in zijn geheel onzakelijk. Hof Amsterdam (NTFR 2020/2262) oordeelt dat € 5.047.207 van de afgetrokken € 45.256.000 aan rente daadwerkelijk aftrekbaar is. Maar de Hoge Raad (NTFR 2022/2849) oordeelt dat voor de acquisitie van de groep geen middelen zijn omgeleid. Geen van de aandeelhouders van de S.à.r.l. heeft namelijk een indirect belang van een derde in de holding. Daardoor liggen voor wat betreft de zogeheten antiwinstdrainagemaatregel in beginsel zakelijke overwegingen ten grondslag aan de schuld. Maar de inspecteur heeft ook gesteld dat hij de renteaftrek (deels) mag weigeren vanwege strijdigheid met het doel en strekking van de wet als geheel (fraus legis). Het hof heeft deze stelling ten onrechte niet behandeld. De Hoge Raad geeft hof Den Haag de opdracht dat alsnog te doen.

Keuze voor vreemd vermogen had fiscaal oogmerk

Dit hof stelt vast dat € 37.820.406 aan rente niet aftrekbaar is omdat deze ziet op een onzakelijke lening.  Voor de rest is de vraag of sprake is van fraus legis. De Belastingdienst maakt aannemelijk dat de beleggers achter de fondsen middelen bijeen hebben gebracht. Deze middelen zijn bij de fondsen als eigen vermogen beschikbaar voor investeringen in targets. De FE maakt niet aannemelijk dat de investeerders haar dit vermogen als vreemd vermogen ter beschikking hebben gesteld. Ook ziet het hof geen economische reden om de overname met tot vreemd vermogen getransformeerd eigen vermogen te financieren. Verder maakt de fiscus aannemelijk dat de investeerders in de S.à.r.l. de overname van de groep centraal hebben geleid en zeggenschap over de groep hebben gekregen. Daardoor is de holding eigenlijk in de structuur tussengeschoven. Bovendien staan tegenover de renteaftrek geen rentebaten die onder een redelijke winstbelasting vallen. Daarmee is sprake van fraus legis.

Herfinancieringsrente is wel aftrekbaar

Het hof constateert echter dat een bedrag van € 2.639.636 wel aftrekbaar is. Dit bedrag heeft namelijk betrekking op een deel van de aandeelhouderslening dat is aangewend voor de herfinanciering van bestaande schulden. Het hoger beroep van de holding is daardoor gegrond.

Wet: art. 10a, derde lid, onderdeel a Wet Vpb 1969

Bron: gerechtshof Den Haag 30 augustus 2023 (gepubliceerd 7 november 2023), ECLI:NL:GHDHA:2023:1820, BK-22/00763

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
KGS over vermindering verhuurderheffing
Volgende artikel
Te laat ingekeerd en daarom boetes terecht

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Fonds voor gemene rekening

Internetconsultatie aanpassing fonds voor gemene rekening

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een aanpassing van het fonds voor gemene rekening.

woningbouw kavel

Woningcorporaties: miljarden vennootschapsbelasting ten koste van nieuwbouw

De vennootschapsbelasting die woningcorporaties betalen, loopt de komende jaren sterk op. Lag de jaarlijkse last de afgelopen jaren rond € 700 miljoen in 2029 wordt dat naar verwachting circa 1,5 miljard euro. Dat beperkt de investeringsruimte die nodig is om de woningnood aan te pakken. Aedes roept de formerende partijen daarom op de Vpb-plicht voor corporaties af te schaffen.

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Standpunt uitlenen van gelden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. Het gaat om de vraag wat wordt verstaan onder ‘uitlenen van gelden die van derden zijn ingeleend’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel d, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×