• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Besluit aanwijzing bezwaarschriften belastingrente vpb als massaal bezwaar

14 februari 2025 door Anne-Marie Noordenbos

nob commentaar invorderingsrente

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd waarin bezwaarschriften tegen het in rekening gebrachte percentage belastingrente vennootschapsbelasting en enige overige middelen vanaf 1 oktober 2020 als massaal bezwaar worden aangewezen.

Het gaat om

  • de met ingang van 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting,
  • de met ingang van 1 januari 2022 in rekening gebrachte belastingrente voor de solidariteitsbijdrage,
  • de met ingang van 1 januari 2024 in rekening gebrachte belastingrente voor de minimumbelasting, en
  • de met ingang van 1 januari 2025 in rekening gebrachte belastingrente over het winstaandeel,

voor zover die bezwaren het percentage van de belastingrente betreffen dat op grond van artikel 30hb AWR j° artikel 1, onderdeel b, van het Besluit belasting- en invorderingsrente, dan wel, met ingang van 1 januari 2024, j° artikel 1, tweede lid, Besluit BIR geldt.

Bij uitspraak van 7 november 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:4361, heeft de rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat artikel 1, onderdeel b, van het Besluit BIR zoals dat luidde van 1 januari 2022 tot 1 januari 2024 onverbindend moet worden verklaard. De onverbindend-verklaring betrof het hogere belastingrentepercentage (van 8 procent) voor de vennootschapsbelasting en enige overige middelen.

Met toepassing van artikel 28, derde lid, AWR heeft de staatssecretaris op 18 december 2024 beroep in cassatie tegen deze uitspraak ingesteld.

Inmiddels is een groot aantal bezwaarschriften met eenzelfde rechtsvraag ingediend tegen het belastingrentepercentage dat vanaf 1 oktober 2020 voor de vennootschapsbelasting in rekening gebracht wordt. Met het oog op een efficiënte en eenduidige afdoening van de bezwaarschriften geeft de staatssecretaris daarom een aanwijzing massaal bezwaar.

Het aantal bezwaarschriften tegen de in rekening gebrachte belastingrente voor andere middelen dan de vennootschapsbelasting die onder dezelfde bepaling vallen, is op dit moment nog beperkt. Omdat het antwoord op de in onderdeel 2 vermelde rechtsvragen echter rechtstreeks geldt voor de belastingrente die voor deze andere middelen in rekening gebracht wordt, worden eventuele bezwaren daartegen ook onder deze aanwijzing gebracht.

Naast de uitbreiding met andere middelen is met ingang van 1 januari 2024 de systematiek gewijzigd aan de hand waarvan het geldende belastingrentepercentage wordt bepaald. Deze wijziging houdt in dat het belastingrentepercentage – voor de genoemde middelen – niet langer rechtstreeks is gekoppeld aan de wettelijke rente op handelstransacties, maar – voor alle middelen – aan de ECB-rente op basisherfinancieringstransacties.

De wijziging van de systematiek aan de hand waarvan het geldende belastingrentepercentage bepaald wordt, is geen reden om deze aanwijzing niet van toepassing te laten zijn op de met ingang van 1 januari 2024 in rekening gebrachte belastingrente voor de vennootschapsbelasting, de bronbelasting, de solidariteitsbijdrage, de minimumbelasting en het winstaandeel. Ook wijkt met ingang van 1 januari 2024 het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting en enige overige middelen af van de andere middelen. Wel kan deze wijziging van de systematiek een reden zijn om een of meer andere proefprocedures te selecteren. In dat geval en mede afhankelijk van het arrest in de reeds lopende cassatieprocedure tegen de genoemde uitspraak van 7 november 2024 kunnen meerdere collectieve uitspraken op bezwaar worden gedaan.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de 15 februari 2025.

Bron: Besluit van 7 februari 2025, nr. 2025-3886, Ministerie van Financiën, Stcrt. 2025, 5793.

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
KGS aftrekbeperkingen wegens vruchtgebruik erflater
Volgende artikel
Ondernemer moet ook privéritten registreren

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

bouw-personeel

Minister Keijzer wil winstbelasting corporaties schrappen

Minister Keijzer wil de winstbelasting voor woningcorporaties schrappen om ze te compenseren voor de huurbevriezing. Dat melden bronnen aan RTL Nieuws.

deadline 30 september

Belastingdienst verlengt indientermijn VA-verzoeken

De Belastingdienst verlengt het uiterste moment, waarop je via Digipoort (XBRL-kanaal) verzoeken voor een (nadere) voorlopige aanslag (VA) kunt indienen.

verliesverrekening

KGS toepassing beleggingstoets bij groepsvorderingen

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de beleggingstoets van artikel 20a, vierde en zesde lid, Wet Vpb 1969 bij groepsvorderingen ten dienste van een door een groep gezamenlijk gedreven onderneming.

groene beleggingen

KGS brutering bij inkoopoverschot beleggingsinstelling

De Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting heeft een vraag beantwoord over de brutering van de opbrengst zoals bedoeld in artikel 3, vierde lid, tweede zin juncto artikel 3, eerste lid, onderdeel a, Wet DB 1965 (inkoopoverschot beleggingsinstelling).

BEFIT

KGS toepassing inhoudingsvrijstelling zonder recht op verdragsvoordelen

De Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de inhoudingsvrijstelling van artikel 4, tweede lid, Wet DB 1965 in het geval voor het dividend geen recht bestaat op verdragsvoordelen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


Wilt u een correct e-mailadres invullen?

Inschrijving bevestigen

We hebben u een e-mail gestuurd met daarin een bevestigingslink. Nadat u op deze link heeft geklikt is uw inschrijving bevestigd. Indien u binnen 15 minuten geen e-mail in uw inbox aantreft, controleer dan alstublieft uw spam folder.

Jouw inschrijving is voltooid

Hartelijk dank voor jouw inschrijving voor nieuwsbrief Taxence. Je ontvangt binnenkort jouw eerste nieuwsbrief. Indien je je wilt afmelden kun je gebruik maken van de afmeldlink die in elke nieuwsbrief is opgenomen.

×