• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Wetsvoorstel Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

17 oktober 2017 door Anne-Marie Noordenbos

Minister Dijsselbloem van Financiën heeft 13 oktober het wetsvoorstel Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn naar de Tweede Kamer gestuurd.

De vierde anti-witwasrichtlijn wil door middel van het voorschrijven van preventieve maatregelen het witwassen van uit criminaliteit verkregen geld of het aanwenden van gelden of voorwerpen voor terroristische doeleinden, met gebruikmaking van het financieel stelsel, aanpakken.

 

De wijzigingen ten opzichte van de derde richtlijn

De verplichting voor instellingen om een beoordeling van de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme op te stellen en vast te leggen om hun gedragslijnen en procedures ter beperking van deze risico’s op deze beoordeling te kunnen afstemmen en de beoordeling op verzoek aan de toezichthoudende autoriteit te kunnen verstrekken. Bij de beoordeling van de risico’s dient de instelling onder meer rekening te houden met haar cliënten, de landen en geografische regio’s waar de instelling werkzaam is en haar producten en diensten.

 

De Europese Commissie en de lidstaten zijn verplicht zijn tot het opstellen van een supranationale respectievelijk nationale risicobeoordeling. Deze risicobeoordelingen dienen in de eerste plaats als uitgangspunt voor het ontwikkelen van wet- en regelgeving en beleid ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, maar worden tevens beschikbaar gesteld aan de instellingen. Instellingen dienen met de Europees en nationaal geïdentificeerde risico’s rekening te houden bij het opstellen van hun individuele risicobeoordelingen.

 

Internationale aanpak

Om de risico’s van witwassen en financieren van terrorisme zo goed mogelijk te bestrijden, streeft de vierde anti-witwasrichtlijn een internationale aanpak na. Dit uit zich onder meer in de verplichting voor instellingen om erop toe te zien dat bijkantoren en meerderheidsdochterondernemingen in derde staten via op het niveau van de groep vastgestelde procedures en maatregelen de bepalingen die gelden uit hoofde van de richtlijn naleven.

 

UBO

Ook in de definitie van UBO zijn veranderingen aangebracht ten opzichte van de derde richtlijn. Waar voor vennootschappen een percentage aandelen of stemrechten van 25% + 1 werd gezien als toereikend om te kwalificeren als UBO, is dit percentage in de onderhavige richtlijn slechts een indicatie dat de betrokken persoon kwalificeert als UBO. De vierde anti-witwasrichtlijn voegt bovendien toe dat het naast aandelen en stemrechten ook kan gaan om ‘eigendom’ en staat expliciet stil bij de wijze waarop een natuurlijke persoon ook via indirecte eigendom UBO kan zijn.

 

Ook introduceert de vierde anti-witwasrichtlijn de mogelijkheid om in bepaalde specifieke gevallen een persoon of de personen behorend tot het hoger leidinggevend personeel als UBO aan te merken. Het gaat om de gevallen waarin (a) geen persoon of personen achterhaald kunnen worden die (direct of indirect) via aandelen, stemrecht of eigendom kwalificeren als UBO en ook geen persoon of personen zijn achterhaald die zeggenschap met andere middelen hebben, of (b) om de gevallen waarin twijfel bestaat of de achterhaalde personen daadwerkelijk UBO zijn. Het moet dan wel duidelijk zijn dat alle mogelijke middelen zijn aangewend om de UBO(s) te achterhalen en er mogen geen gronden zijn voor verdenking van witwassen of financieren van terrorisme. Deze laatste twee eisen zijn in de richtlijn opgenomen om te voorkomen dat te gemakkelijk een persoon behorend tot het hoger leidinggevend personeel wordt aangewezen als UBO.

 

Daarnaast is in de vierde anti-witwasrichtlijn nu ook een definitie opgenomen van de UBO van een trust. Voor juridische entiteiten, waartoe ook stichtingen worden gerekend, en voor juridische constructies die vergelijkbaar zijn met een trust, schrijft de richtlijn voor dat een definitie van de UBO wordt gehanteerd die aansluit bij de UBO-definitie van een trust.

 

Waar de derde richtlijn nog een onderscheid maakte tussen binnenlandse en buitenlandse politiek prominente personen (PEP), is dat onderscheid in de vierde anti-witwasrichtlijn komen te vervallen: in alle gevallen van transacties of zakelijke relaties met cliënten die als PEP kwalificeren of waarbij de UBO van een cliënt als PEP kwalificeert, dan wel in gevallen waarbij de begunstigde van een levensverzekering of waarbij de UBO van die begunstigde een PEP is, dienen verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen te worden getroffen.

Meer informatie: Wetsvoorstel Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn 13-10-2017

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Afwachten uitkomst bezwaarprocedure door fiscus geen excuus
Volgende artikel
Afkoop pensioen eigen beheer: vragen en antwoorden CAP

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

minimumbelasting

Standpunt berekening inkomen-inclusiebijheffing bij interne overdracht van een laagbelaste groepsentiteit

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een vraag beantwoord over de berekening van het bedrag aan inkomen-inclusiebijheffing ingeval van een overdracht, binnen dezelfde groep, gedurende het verslagjaar, van een laagbelaste groepsentiteit door een in Nederland gevestigde moederentiteit aan een andere moederentiteit die gevestigd is in een andere staat.

zwanger-werknemer

Standpunt Verdrag NL – BEL en heffingsrecht WAZO-uitkeringen ivm zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en België bij uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorg in verband met zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof en aanvullingen van de werkgever daarop.

Standpunt over zelfstandige die als docent werkt en Verdrag NL-BEL

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over het lerarenartikel in het belastingverdrag Nederland - België. De vraag ziet op een zelfstandige die als docent werkt voor een Nederlandse onderwijsinstelling en vervolgens na twee jaar in dienst treedt als docent bij dezelfde onderwijsinstelling.

azerbedjan

Standpunt kwalificatie huurbetalingen machine onder Verdrag Nederland–Azerbeidzjan

De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft de vraag beantwoord of huurbetalingen voor een machine onder het Verdrag Nederland–Azerbeidzjan kwalificeren als royalty’s.

minimumbelasting

Standpunt correctie acute belastinglast uit pre-Pijler 2-verslagjaar

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een standpunt gepubliceerd over de verwerking van een belastingbate in verband met een aanpassing van de acute belastinglast over het verslagjaar 2021, zijnde een verslagjaar dat ligt voor de inwerkingtreding van de Wet minimumbelasting 2024.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×