• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

(Onzakelijke) lening versus borgstelling

27 september 2018 door Almer de Beer

De Hoge Raad heeft het leerstuk van de onzakelijke lening doorgetrokken naar de onzakelijke borgstelling. Dat neemt niet weg dat er nog de nodige onduidelijkheid bestaat over de fiscale behandeling van een onzakelijke borgstelling.

Een aandeelhouder kan in meerdere hoedanigheden tot zijn vennootschap staan. Fiscaal is het veelal van belang om deze diverse hoedanigheden goed te scheiden. Dit is bij uitstek aan de orde bij het leerstuk van de onzakelijke lening. Een aandeelhouder verstrekt een lening aan zijn vennootschap, maar aan de lening kleeft een dusdanig (hoog) debiteurenrisico dat de schuldenaar geacht wordt dit risico te hebben aanvaard in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. De scheidslijn tussen handelen ‘als schuldeiser’ en ‘als aandeelhouder’ heeft de Hoge Raad geobjectiveerd met het criterium van de ‘in wezen winstdelende rente’.

 

Is sprake van een onzakelijke lening, dan wordt het debiteurenrisico fiscaal toegerekend aan de aandeelhouderssfeer. Betreft het een lening verstrekt door een aanmerkelijkbelanghouder aan zijn vennootschap, dan wordt het verlies op de lening – bij kwijtschelding van de lening of liquidatie – als zijnde een informele kapitaalstorting dan ook gevoegd bij de verkrijgingsprijs van de aandelen. De aanmerkelijkbelanghouder kan het verlies dan bij liquidatie van de vennootschap of vervreemding van zijn aandelen in box 2 te gelde maken.

 

Onzakelijke borgstelling

Het leerstuk van de onzakelijke lening heeft de Hoge Raad doorgetrokken naar de aanmerkelijkbelanghouder die borg staat voor de schulden van zijn vennootschap (HR 17 oktober 2014, BNB 2015/13). Centraal staat dus de vraag of een derde de borgstelling zou aangaan tegen ‘niet in wezen winstdelende vergoeding’ is doorslaggevend. De overeengekomen borgstellingsvergoeding is dus niet relevant.

Anders dan een lening behelst een borgstelling niet het ter beschikking stellen van geld, maar uitsluitend het aanvaarden van een risico. Gelet hierop zou het systematisch juist zijn om een onzakelijke borgstelling door een aanmerkelijkbelanghouder van meet af aan te alloceren aan de aandeelhouderssfeer. Staat een aanmerkelijkbelanghouder garant voor een lening van de vennootschap, dan moet dus niet alleen het borgstellingsverlies, maar ook de borgstellingsvergoeding (als informeel dividend) in box 2 in aanmerking worden genomen. Dat kan dus betekenen dat achteraf bezien blijkt dat de (overeengekomen) borgstellingsvergoeding ten onrechte in box 1 is aangegeven. Over deze problematiek heeft de HR zich echter nog niet uitgelaten.

 

Ten slotte

Uit de rechtspraak volgt dat voor de bepaling van de (on)zakelijkheid van de borgstelling veel gewicht toekomt aan de financiële positie van de onderneming bij het aangaan van de borgstelling. Is er sprake van een goeddraaiende onderneming en/of zijn de toekomstperspectieven gunstig, dan is dit een indicatie dat de borgstelling zakelijk is. Pas tevens op met een ‘onbegrensde borgstelling’. Daarvan is sprake indien de dga  - in het kader van een bancaire lening aan de B.V. – borg staat voor alle huidige en toekomstige schulden van de BV aan de bank. Het onbegrensde karakter wordt door inspecteurs en rechters wel als dusdanig onzakelijk gezien dat daardoor de volledige borgstelling onzakelijk is.

Filed Under: Blogs, BV & DGA

Reageer
Vorige artikel
Nieuwe uitdagingen voor bedrijven met Belastingplan 2019
Volgende artikel
Twee keer zekerheid is geen zekerheid

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Opinie | Wanneer geniet je het genot: de verkoop van huurtermijnen

Lekt de Wet tegenbewijsregeling box 3 doordat vooruit ontvangen reguliere voordelen onbelast kunnen blijven? Mr. R.J.C. Segers geeft in deze NTFR Opinie een analyse van de wetgeving aan de hand van vooruit ontvangen huurtermijnen. Lees de hele NTFR/NDFR Opinie gratis via NDFR

Opinie | Geautomatiseerde besluitvorming voor wiens rekening?

De geautomatiseerde uitvoering van belastingwetgeving is niet meer weg te denken en een belangrijk hulpmiddel voor de uitvoering van belastingwetgeving. Wel kan automatisering tot verstrekkende gevolgen leiden. Mr. Reza Zeldenrust gaat in zijn NTFR Opinie in op drie situaties waarbij de afhankelijkheid van automatisering tot onwenselijke uitkomsten heeft geleid.

salaris

KvK-inschrijving en btw-nummer onvoldoende voor IB-ondernemerschap bij dga

Hof Den Haag oordeelt dat een man geen ondernemer is voor de inkomstenbelasting, ook al stond hij ingeschreven bij de KvK en droeg hij btw af. De managementvergoeding die hij van zijn bv ontving, is terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.

managementfee

Managementfee via eigen bv is loon, geen winst uit onderneming

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de managementvergoeding die een man via zijn eenmanszaak ontvangt van zijn eigen bv, loon is uit (fictieve) dienstbetrekking. De stichting die de aandelen houdt, is fiscaal transparant, waardoor sprake is van een aanmerkelijk belang.

dga-salaris

Werkzaamheden via eigen holding vormen toch dienstbetrekking

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een bestuurder die via zijn eigen holding werkt, toch in privaatrechtelijke dienstbetrekking staat tot de werkmaatschappij. De inspecteur mocht daarom loonheffingen naheffen over 2018, 2019 en 2020.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Online cursus Technisch aanmerkelijk belang

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×