Inkomstenbelasting
Belanghebbende stelt dat de aanslag dient te worden verminderd tot nihil en beroept zich daarbij, op grond van het gelijkheidsbeginsel, op de belastingvrijstelling voor leden van het koninklijk huis (artikel 40, tweede lid van de Grondwet).
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Belanghebbendes situatie is feitelijk en rechtens niet vergelijkbaar met die van leden van…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2014:746
Geef een reactie