Art. 3 Wet OB 1968. Belanghebbende richt voor de bouw van een eigen kantoorpand een dochtervennootschap op en laat het pand door haar bouwen. Na de bouw verkoopt de dochter het pand aan belanghebbende voor een prijs (€ 3 mln) die veel lager is dan de bouwkosten (€ 9 mln). Belanghebbende zuivert het verlies van de dochter (€ 6 mln) aan met een zogenoemde ‘vrije agiostorting’. Op grond van schijn…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2015:2688
Geef een reactie