• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Materieel werkgeversbegrip voor sociale verzekeringen

1 september 2020 door Remco Latour

maatregelen douane coronacrisis

Bij een geschil over wie de werkgever is in een grensoverschrijdende situatie, moet men van het Hof van Justitie van de EU kijken naar de materiële omstandigheden. Van belang is wie het gezag uitoefent, de loonkosten draagt en de werknemer kan ontslaan.

Verzekerden

Werkgevers zijn in principe verplicht om premies werknemersverzekeringen af te dragen. De grondslag voor deze premies is het loon. Voor het loonbegrip sluit de wetgever in principe aan op het loonbegrip in de loonbelasting. Overigens behoren het loon uit vroegere dienstbetrekking en eindheffingsloon in beginsel niet tot het loon voor de werknemersverzekeringen. In het geval van grensoverschrijdende arbeid zal vaak meer dan een staat sociale premies willen heffen. De Europese Verordening nr. 883/2004 (tot 1 mei 2010: Verordening 1408/71) steekt daar echter een stokje voor.

Hoofdregel van verordening

Op basis van de verordening is een werknemer die een beroep kan doen op het Unierecht slechts aan de socialezekerheidswetgeving van een enkele lidstaat onderworpen. De hoofregels luiden daarbij als volgt:

  • Een werknemer die werkzaam is op het grondgebied van een lidstaat, valt onder de wetgeving van die lidstaat. Dit geldt zelfs als hij op het grondgebied van een andere lidstaat woont. Als (de onderneming van) zijn werkgever is gevestigd in een andere lidstaat, doet dat evenmin afbreuk aan deze regel.
  • Een werknemer die werkzaam is aan boord van een schip dat vaart onder de vlag van lidstaat, valt onder de wetgeving van die lidstaat.
  • (Werknemers die gelijk gesteld zijn met) personen in overheidsdienst zijn onderworpen aan de wetgeving van de lidstaat waaronder de overheidsdienst waarbij zij werkzaam zijn, ressorteert.
  • Als een werknemer wordt opgeroepen voor militaire dienst in een lidstaat, blijft hij zijn hoedanigheid van werknemer behouden. Hij valt dan in principe onder de wetgeving van de staat waarin hij de dienstplicht vervult.

Uitzondering: detachering

De verordening bevat echter verschillende uitzonderingen. Bovendien mogen twee of meer lidstaten in onderlinge overeenstemming uitzonderingen voor bepaalde werknemers regelen. Een van de uitzonderingen betreft de detachering van werknemers. Een in een andere lidstaat gedetacheerde werknemer kan verzekerd blijven in de lidstaat van zijn werkgever. Maar dan mag de te verwachten duur van die arbeid in principe niet meer bedragen dan twaalf maanden. De werkgever mag de desbetreffende werknemer evenmin uitzenden ter vervanging van een andere werknemer wan wie detachering is beëindigd.

Schijnbare overdracht van arbeidsovereenkomst

Het werkgeversbegrip is van groot belang voor de sociale verzekeringsplicht. Dit blijkt ook uit de volgende zaak. Een Cypriotische Limited (Ltd.) had fleetmanagementovereenkomsten gesloten met Nederlandse vervoersondernemingen. In dat verband zorgde de Ltd. voor het beheer van de vrachtwagens die de ondernemingen voor hun rekening en risico exploiteerden in het kader van hun activiteiten. De Ltd. kreeg daarvoor een commissie. Daarnaast had de Ltd. arbeidsovereenkomsten gesloten met internationaal werkende vrachtwagenchauffeurs die in Nederland woonden. In die overeenkomsten was de Ltd. aangewezen als werkgever van die werknemers. De overeenkomsten verklaarden dan ook het Cypriotische arbeidsrecht van toepassing. Maar de SVB merkte de Nederlandse vervoersondernemingen als werkgever aan. Daarom vond de SVB dat de vrachtwagenchauffeurs onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving vielen. De Ltd. stapte daarop naar de Centrale Raad van Beroep, die op zijn beurt prejudiciële vragen stelde aan het Hof van Justitie van de EU.

Feitelijke werkgever

Een belangrijke vraag is wie men in zulke gevallen moet aanmerken als de werkgever. Het Hof overweegt allereerst dat men binnen de EU op autonome en uniforme wijze uitleg moet geven aan het begrip werkgever. Niet alleen de bewoordingen van die bepaling, maar ook haar context evenals de doelstelling van de desbetreffende regeling zijn van belang. Men dient het begrip werkgever evenmin per lidstaat te interpreteren. Volgens het Hof is de werkgever de onderneming die feitelijk:

  • het gezag over de werknemer uitoefent. In het algemeen bestaat een band van ondergeschiktheid tussen een werkgever en zijn personeel in loondienst;
  • de loonkosten van de werknemer draagt; en
  • de bevoegdheid heeft om de werknemer te ontslaan.

Materieel gelijke situatie

Hoewel de Ltd. de arbeidsovereenkomsten heeft gesloten met de chauffeurs en in deze overeenkomsten formeel is aangewezen als zijn werkgever, lijkt zij in deze zaak niet te voldoen aan de voorwaarden. Deze voorwaarden hebben immers een meer materieel karakter. In een voorafgaande procedure viel Rechtbank Amsterdam al enige omstandigheden op. Zo hadden de betrokken internationaal vrachtwagenchauffeurs vóór de sluiting van die arbeidsovereenkomsten nooit in Cyprus gewoond of gewerkt. Tijdens de uitvoering van de overeenkomsten bleven zij in Nederland wonen. Ook waren sommige chauffeurs voorheen in dienst bij dezelfde ondernemingen. Na het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de Ltd. was de situatie dus materieel gezien hetzelfde gebleven. De kans is daarom groot dat de verwijzende rechter zal oordelen dat werknemers verzekerd blijven voor de Nederlandse werknemersverzekeringen.

Verordening: art. 13, 14, 16 en 17 Verordening 1408/71 en art. 13 Verordening nr. 883/2004

Wet: art. 16, 25 en 26 Wfsv

Bronnen: Hof van Justitie van de EU 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:565, C-610/18 en mr. A.H.W. Steijn ‘Op Cyprus gevestigde AFMB is geen werkgever van internationale chauffeurs die voor Nederlandse vervoersondernemingen werkzaam zijn’ 6 augustus 2020, NTFR 2020/2281

Filed Under: Internationaal & Europees recht, Nieuws, Verdieping, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Gedeeltelijk verlies renteaftrek door verhuur aan zoon
Volgende artikel
Prinsjesdag 2020: verwachte wijzigingen rond de auto

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Tax USA

Nederland blijft in gesprek over gevolgen FATCA voor toeval-Amerikanen

Het kabinet erkent de impact van FATCA op Nederlandse toeval-Amerikanen en blijft zich inzetten voor oplossingen. Staatssecretaris Van Oostenbruggen reageert op zorgen over privacy, bankproblemen en Amerikaanse rapportage-eisen.

nieuwe subsidieregeling elektrische auto

Kabinet benadrukt aanpak belastingontwijking en transparantie rulingbeleid

De staatssecretaris van Financiën reageert op zorgen over belastingafdracht van multinationals en licht maatregelen toe die belastingontwijking tegengaan. Ook wordt ingegaan op het beleid rond verrekenprijzen en zekerheid vooraf. Maatregelen tegen belastingontwijking In reactie op het artikel van Follow the Money over de belastingafdracht van Tesla BV, benadrukt het kabinet dat het niet kan ingaan... lees verder

belastingverdrag

Geconsolideerd Commentaar GloBE-richtlijnen (2025) gepubliceerd

Het  Inclusive Framework van de OESO heeft onlangs het Geconsolideerd Commentaar op de mondiale modelregels tegen winstverschuiving en grondslaguitholling (GloBE-richtlijnen) gepubliceerd.

Intentieverklaring met Duitsland over grensoverschrijdend werken

Nederland en Duitsland hebben een intentieverklaring ondertekend over grensoverschrijdend werken.

gift ANBI-registratie

ANBI-registratie buitenlandse instellingen: beperking vrije kapitaalverkeer?

Een Nederlandse belastingplichtige wil giften aan drie buitenlandse instellingen aftrekken, maar de inspecteur weigert dit wegens ontbrekende ANBI-registratie; A-G Pauwels pleit voor een prejudiciële vraag over mogelijke beperking van het vrije kapitaalverkeer.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


Wilt u een correct e-mailadres invullen?

Inschrijving bevestigen

We hebben u een e-mail gestuurd met daarin een bevestigingslink. Nadat u op deze link heeft geklikt is uw inschrijving bevestigd. Indien u binnen 15 minuten geen e-mail in uw inbox aantreft, controleer dan alstublieft uw spam folder.

Jouw inschrijving is voltooid

Hartelijk dank voor jouw inschrijving voor nieuwsbrief Taxence. Je ontvangt binnenkort jouw eerste nieuwsbrief. Indien je je wilt afmelden kun je gebruik maken van de afmeldlink die in elke nieuwsbrief is opgenomen.

×