• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Restaurant aansprakelijk voor belastingschuld schoonmaker

5 november 2020 door Remco Latour

Voor sommige bedrijven zijn de schoonmaakwerkzaamheden zo ingebed in hun organisatie, dat zij behoren tot de normale bedrijfsuitoefening. Dit opent de weg naar ketenaansprakelijkheid. Dit blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland. Met het commentaar van mr. Jacqueline Nietveld uit Loonzaken.

Een bv was een franchisehouder en exploiteerde zes restaurants. Van januari 2008 tot en met 31 maart 2010 maakte de bv gebruik van de diensten van een vof die een schoonmaakbedrijf drijft. Van 1 april 2010 tot en met 31 december 2011 laat de franchisehouder de schoonmaakactiviteiten over aan een andere vennootschap. De schoonmaakwerkzaamheden vonden na sluitingstijd plaats. Beide schoonmaakbedrijven hanteerden een vaste prijs per maand voor hun werkzaamheden. Naderhand bleken de administraties van de schoonmaakbedrijven niet te kloppen. De Belastingdienst legde de bedrijven naheffingsaanslagen loonheffingen en omzetbelasting op. Toen de schoonmaakbedrijven deze aanslagen niet betaalden, stelde de fiscus de franchisehouder aansprakelijk. De bv tekent beroep aan tegen de aansprakelijkstelling.

Inlenersaansprakelijkheid

De ontvanger van de belastingen doet eerst een beroep op de inlenersaansprakelijkheid. Hij stelt dat de schoonmakers functioneerden als eigen personeel van de franchisehouder. De ontvanger wijst erop dat de bv de gebruikte schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van de restaurants ter beschikking stelde aan de schoonmakers. Bovendien was de restaurantmanager verantwoordelijk voor de algehele controle op de werkzaamheden van het schoonmaakbedrijf. De manager deed dit wekelijks aan de hand van eigen checklists, waarvan hij de uitkomst met besprak met de leidinggevende van het schoonmaakbedrijf. Periodiek voerde de manager samen met de leidinggevende een dergelijke controle uit. Toch overtuigt dit alles de rechtbank niet. De schoonmaakactiviteiten vonden vooral ’s nachts plaats. De manager kan daardoor weinig controleren. Dat de kwaliteit van het schoonmaakwerk essentieel is voor de bedrijfsvoering, maakt dit niet anders.

Ketenaansprakelijkheid

De rechtbank oordeelt dat de bv wel als zogeheten eigenbouwer aansprakelijk is voor de ketenaansprakelijkheid. De schoonmaakwerkzaamheden van de schoonmaakbedrijven waren stevig ingebed in de organisatie van de bv. Dit komt doordat de franchisenemer zich moet houden aan een gedetailleerd hygiëneplan. Daardoor zijn de schoonmaakwerkzaamheden aan te merken als werkzaamheden die behoren tot de normale bedrijfsuitoefening. Toch stelt de rechtbank de bv deels in het gelijk. De fiscus heeft namelijk de berekening van de naheffingsaanslagen loonheffing niet onderbouwd. Daarom vernietigt de rechtbank de aansprakelijkstelling voor de loonheffingen.

Commentaar

Mr. Jacqueline Nietveld van NIETVELD loonheffingen en inkomstenbelasting geeft haar commentaar.

In verband met de ketenaansprakelijkheid is een aannemer hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting die de onderaannemer verschuldigd is in verband met de werkzaamheden van zijn werknemers voor dat werk. Met een aannemer wordt gelijkgesteld degene die zich zonder daartoe van een opdrachtgever opdracht te hebben gekregen buiten dienstbetrekking in de normale uitoefening van zijn bedrijf een werk van stoffelijke aard uitvoert (zogenoemde eigenbouwers). Schoonmaakwerkzaamheden is een werk van stoffelijke aard en in dit geval behoorden deze tot de normale uitoefening van het bedrijf van de franchisenemer door de gestelde eisen in het hygiëneplan.

Wet: art. 34 en 35 IW 1990

Bron: Rechtbank Noord-Holland 22 oktober 2020 (gepubliceerd 30 oktober 2020), ECLI:NL:RBNHO:2020:8261, AWB 19/3427

Filed Under: Fiscaal nieuws, Formeel belastingrecht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Financiën legt zich neer bij btw-vrijstelling BSR-therapeut
Volgende artikel
Invoering Wet homologatie onderhands akkoord

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

coronabelastingschulden

Wijziging Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

De staatssecretaris van Financiën heeft een regeling gepubliceerd met een wijziging van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

contract pand

Standpunt invordering bij feitelijk samenwerkingsverband OB

De Kennisgroep invordering & civiel recht heeft de vraag beantwoord of en hoe de ontvanger een belastingschuld van een feitelijk samenwerkingsverband OB kan invorderen. Het betreft een herziening van een in 2017 ingenomen standpunt.

Geheimhoudingsplicht advocaten

Geheimhouding Belastingdienststukken bij navordering gerechtvaardigd

Gerechtshof 's-Hertogenbosch wijst verzoek om geheimhouding van fiscale controledocumenten toe vanwege privacy, controlestrategie en vrije meningsvorming.

Belastingdienst balanceert tussen fraudebestrijding en privacywaarborging

Bij de aanpak van urgente meldingen loopt de Belastingdienst aan tegen het zoeken van een balans tussen fraudebestrijding en privacywaarborging.

vastgoed-fonds

Onzakelijk hoge rente op aandeelhoudersleningen leidt tot dividendbelasting

Rechtbank Noord-Holland stelt dat de aandeelhoudersleningen zakelijk zijn, maar dat een rente van 10% op aandeelhoudersleningen voor vastgoedbeleggingen onzakelijk hoog is. De rechtbank stelt dat 4,25% rente zakelijk is en het meerdere als verkapte dividenduitkering wordt belast. De opgelegde vergrijpboetes worden vernietigd omdat niet overtuigend is aangetoond dat sprake is van opzet of grove schuld bij de bv.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Belastingcontrole met steekproeven vs Tax Monitoring

PE-Pitstop Actualiteiten Formeel Belastingrecht

AGENDA

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×