• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

HR: ook vrijstelling btw voor niet-icbe-fondsen

4 december 2020 door Michel Halters

Performance Shares en Conversion Shares geen optierechten

Niet alleen instellingen voor collectieve beleggingen in effecten hebben recht op een vrijstelling omzetbelasting. Ook instellingen die dezelfde kenmerken hebben als een instelling voor collectieve belegging in effecten hebben recht op vrijstelling omzetbelasting.

Een bv behoorde tot een fiscale eenheid omzetbelasting en had een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen en te beleggen. De bv bood een beleggingsproduct aan beleggers aan. De beleggers hadden het te beheren vermogen gestort op de centrale rekening van een beleggersgiro. De bv bracht kosten in rekening aan de beleggers, maar rekende daarover geen btw. In geschil bij de Hoge Raad is of sprake is van een vrijgestelde dienst voor de omzetbelasting.

Geen icbe maar wel vrijstelling btw

Hof Amsterdam was van oordeel dat de vrijstelling omzetbelasting van toepassing was. De Hoge Raad heeft dit bevestigd. De onderhavige vrijstelling heeft tot doel beleggen in effecten via beleggingsinstellingen voor beleggers te vergemakkelijken. Dit gebeurt door de btw-kosten uit te sluiten. Daardoor is het gemeenschappelijke btw-stelsel fiscaal neutraal wat betreft de keuze tussen rechtstreeks beleggen in effecten en beleggen via gemeenschappelijke beleggingsfondsen. Instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) zijn in elk geval aan te merken als gemeenschappelijke beleggingsfondsen. Fondsen die geen icbe’s zijn maar dezelfde kenmerken vertonen als deze instellingen moeten ook als gemeenschappelijke beleggingsfondsen worden aangemerkt. Dat zijn fondsen die dezelfde handelingen verrichten als icbe’s of op zijn minst daarmee zodanig vergelijkbaar zijn zodat zij met deze instellingen concurreren. In alle gevallen geldt dat de vrijstelling alleen ziet op beleggingsfondsen die aan bijzonder overheidstoezicht zijn onderworpen.

Criteria Hoge Raad voor vrijstelling btw

De Hoge Raad oordeelt dat een fonds in elk geval vergelijkbaar is met een icbe, wanneer:

  • te beleggen gelden zijn samengevoegd en gespreid zijn belegd in verschillende financiële instrumenten die doeltreffend kunnen worden beheerd om een optimaal resultaat te behalen. De individueel belegde bedragen kunnen daarbij betrekkelijk klein zijn;
  • door die samenvoeging het risico van deze beleggers wordt gespreid, en
  • iedere belegger een evenredig belang heeft bij de beleggingen, maar niet de beleggingen zelf bezit. De deelnemers moeten daarbij recht hebben op de waarde van een evenredig deel van het vermogen van het fonds.

Minimaal vereist overheidstoezicht

Voor het overheidstoezicht, stelt de Hoge Raad voorop dat het in het kader van de icbe-richtlijn uit te voeren toezicht op beleggingen geldt als bijzonder overheidstoezicht. Volgens de Hoge Raad is niet voor redelijke twijfel vatbaar dat het in de Wft geregelde systeem van vergunningplicht en toezicht als bijzonder overheidstoezicht kan worden beschouwd. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat de beleggingen van een fonds dat niet een icbe is, maar wel, op basis van een vergunning, is onderworpen aan het toezicht van de AFM, zijn onderworpen aan vergelijkbaar nationaal overheidstoezicht en aan vergelijkbare concurrentievoorwaarden als de beleggingen van een icbe. Niet nodig is dat het bijzonder overheidstoezicht rechtstreeks is gericht op het belegde vermogen. Voldoende is dat de beheerder aan toezicht van de AFM is onderworpen.

Wet: art. 11 lid 1 letter i onder 3o Wet OB 1968 en art. 135 lid 1 letter g BTW-richtlijn 2006

Meer informatie: Hoge Raad 4 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1914, 18/03680

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws, Omzetbelasting (btw)

Reageer
Vorige artikel
Hoe zit het met de voorwaarden voor opting-in?
Volgende artikel
Rusland wil Belastingverdrag met Nederland opzeggen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Rijksbijdrage en cursusgeld vormen wel vergoeding voor mbo/vavo-onderwijs

A-G Ettema concludeert dat mbo- en vavo-onderwijs economische activiteiten zijn, omdat de rijksbijdrage – samen met het cursusgeld – als vergoeding geldt voor het onderwijs.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×