• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Laag btw-tarief voor bieden omkleedruimte voor sporten

16 maart 2021 door Remco Latour

Als een btw-ondernemer haar klanten een locatie ter beschikking stelt waar zij zich kunnen voorbereiden op het sporten, mag zij daarvoor het lage btw-tarief toepassen. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het geven van veiligheidsinstructies en het bieden van een omkleedruimte kwalificeren als zulke voorbereidingen.

Plaats van sportevenement

Als een btw-ondernemer een dienst afneemt die bestaat uit het verkrijgen van toegang tot een sportevenement, is de plaats van dienst de plaats waar dat evenement daadwerkelijk plaatsvindt. Als een andere afnemer dan een btw-ondernemer een dienst in verband met een sportieve activiteit afneemt, is de plaats van dienst de plaats waar de activiteiten echt plaatsvinden. Deze regel ziet ook op de diensten die de organisatoren van deze activiteiten verlenen.

Btw-vrijstelling voor sportbeoefening

In Nederland zijn diensten van instellingen aan personen die aan sport of lichamelijke opvoeding (LO) doen vrijgesteld van btw, als deze diensten nauw samenhangen met sportbeoefening of LO. De instelling die deze dienst verleent, mag geen winst beogen. Daarbij merkt de fiscus het behalen van exploitatieoverschotten ook aan als het hebben van een winstoogmerk. Benut de instelling de exploitatieoverschotten voor het in stand houden of verbeteren van de verleende diensten? Dan loopt de btw-vrijstelling in principe geen gevaar. Een instelling wordt geacht geen winst te beogen als:

  • zij (in)direct bijdragen ontvangt die geen vergoeding vormen of een vergoeding vormen hoger dan de normale waarde voor een prestatie en zij zonder die bijdragen geen overschot zou behalen; of
  • zij (in)direct (een deel van) een sportaccommodatie ter beschikking krijgt gesteld van een publiekrechtelijk lichaam. Dat publiekrechtelijke lichaam mag voor die terbeschikkingstelling geen vergoeding in rekening brengen die op zijn minst gelijk is aan de integrale kosten die aan (dat deel van) die sportaccommodatie zijn toe te rekenen.

Uitzonderingen btw-vrijstelling

Deze vrijstelling voor sportieve diensten kent de volgende uitzonderingen:

  • het verlenen van toegang tot sportwedstrijden, demonstraties en dergelijke;
  • de terbeschikkingstelling van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen die niet geschikt zijn voor sportbeoefening. Deze ongeschiktheid moet blijken uit objectieve kenmerken;
  • prestaties die niet onmisbaar zijn voor het verrichten van de vrijgestelde handelingen;
  • prestaties die voor minstens 70% bedoeld zijn om de instelling te voorzien van extra opbrengsten. Daarbij moet het gaan om handelingen waarmee de instelling direct in concurrentie treedt met btw-belaste commerciële ondernemingen.

Verlaagd tarief

Bestaat een dienst uit het geven van de gelegenheid tot sportbeoefening of baden of uit het verlenen van toegang tot sportwedstrijden, sportdemonstraties en dergelijke? Maar is de dienst niet vrijgesteld van btw? Dan is het verlaagde tarief van 9% (tarief 2021) van toepassing. In de praktijk blijkt trouwens dat soms eerder sprake is van het aanbieden van sportgelegenheid dan de fiscus denkt. Zo oordeelde Rechtbank Noord-Holland dat een vof een container van drie bij zes meter gebruikte om surflessen te geven. Het verlaagde tarief was daarom van toepassing. Zie: ‘Verlaagd tarief omzetbelasting voor surflessen’.

Strandzeilen en powerkiten

In een andere zaak voor dezelfde rechtbank exploiteerde een vof een activiteiten- en evenementenbureau. Zij organiseerde in dat kader bedrijfsuitjes, vrijgezellenfeesten en teambuildingsuitjes. Haar hoofdactiviteiten waren strandzeilen en powerkiten. Deze activiteiten vonden in de buitenlucht voor een strandpaviljoen plaats. De vof gebruikte ongeveer 15 – 20% van het terrein voor het strandpaviljoen voor haar activiteiten. De vof was geen eigenaar of huurder van het strandpaviljoen. Maar zij had in het strandpaviljoen het exclusieve gebruiksrecht van een deel van de onderste verdieping. Zij gebruikte de ruimtes op deze verdieping als ontvangs-, opslag- en verkleedruimte. De vof mocht daarnaast voor haar activiteiten de andere delen van die verdieping inclusief de toiletten gebruiken. De vraag was of de vof het lage btw-tarief mocht hanteren omdat zij gelegenheid geeft tot sportbeoefening.

Voorbereiden op sportactiviteit

De rechtbank stelt dat voor toepassing van het lage tarief de ondernemer gelegenheid moet bieden om een sport te beoefenen onder terbeschikkingstelling van een accommodatie. Die accommodatie moet zijn ingericht op het beoefenen van de sport zelf. Maar als de deelnemers de gelegenheid krijgen om zich gereed te maken om het sporten te beginnen of te beëindigen, is ook sprake van een accommodatie. In het strandpaviljoen geeft de vof veiligheidsinstructies en de deelnemers kunnen zich douchen en omkleden. Daarmee is volgens de rechtbank al sprake van een accommodatie. Bovendien kwalificeren het strandzeilen en powerkiten als sportactiviteiten. De rechtbank oordeelt dat de vof terecht het lage btw-tarief heeft toegepast.

Wet: art. 6d, 6e, 9, tweede lid, onderdeel a, 11, eerste lid, onderdeel e en tweede, derde en vierde lid en tabel I, Wet OB 1968, onderdeel b sub 3

Bron: Rechtbank Noord-Holland 17 februari 2021 (gepubliceerd 9 maart 2021), ECLI:NL:RBNHO:2021:1856, nr. AWB 18/4800

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Nieuws, Verdieping, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Online aangifte erfbelasting mogelijk
Volgende artikel
Na Brexit btw-aangifte anders invullen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Strikte toepassing grens startersvrijstelling bij overdracht woning

Een koper van een woning die net boven de grens voor de startersvrijstelling zit, moet de volledige overdrachtsbelasting betalen. De rechtbank volgt strikt de wet en ziet geen ruimte voor uitzondering, ook al is het verschil met de waardegrens gering.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×