Een ritueel na het terugkomen van vakantie is voor mij altijd het ‘inhalen’ van de jongste jurisprudentie. In de vakantiemaanden is het weliswaar vaak rustig maar soms zijn er uitspraken die een emotie of vraag oproepen. Zo ook deze uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 21 juli 2020.
Een individu is van mening dat hij niet onderworpen is aan de inkomstenbelasting. Hij is namelijk geen ‘natuurlijk persoon’, zoals opgenomen in artikel 1.1 Wet inkomstenbelasting 2001 maar een ‘mens van vlees en bloed’. Het is jammer dat wij bij de uitspraak van het Hof alleen een zakelijke weergave krijgen van de motivatie van de man zoals weergegeven in de uitspraak van de rechtbank. En de rechtbank uitspraak is niet gepubliceerd. Het Hof citeert de rechtbank: “Eiser stelt zich – zakelijk weergegeven – op het standpunt dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen de ‘mens van vlees en bloed’ en de ‘natuurlijk persoon’ en dat hij levende als vrij mens van vlees en bloed niet vereenzelvigd kan worden met de natuurlijk persoon. Daarnaast moet volgens eiser onderscheid worden gemaakt tussen een ‘privaatrechtelijk natuurlijk persoon’ en een ‘publiekrechtelijk voornamelijk man’. Dit alles brengt volgens eiser met zich dat hij niet belastingplichtig is en de aanslag onterecht aan hem is opgelegd.” Het Hof is het eens met de beslissing van de rechtbank: voor het door eiser bepleite onderscheid tussen de ‘mens van vlees en bloed’ en ‘natuurlijk persoon’ bestaat geen wettelijke grondslag.
Romeins recht
Nu wordt het begrip natuurlijk persoon niet in de Wet IB 2001 gedefinieerd noch in het Burgerlijk Wetboek. Gangbaar is de definitie: een mens in juridische zin, als iemand die drager van rechten en verplichtingen kan zijn. Hierbij wordt teruggegrepen op het Romeins recht. Blijkbaar heeft deze aloude term niet tot problemen geleid want hij wordt nog steeds zonder enige aanvulling gebruikt. Dus het een enige waarop de beweerde niet-belastingplichtige het dan nog kan gooien is het begrip ‘mens’. Is een mens van vlees en bloed ook een mens in juridische zin? Daar wordt wel steeds vanuit gegaan. Je bent een mens van vlees en bloed totdat je bent overleden. De dood is dus definitief het einde van de mens. De dood mag alleen worden geconstateerd door een arts omdat als overlijdenscriterium wordt gehanteerd de hersendood. (Dus wat wij in militaire dienst leerde dat je de dood mocht vaststellen als het hoofd meer dan tien centimeter van de romp was gescheiden, was rechtens onjuist). De natuurlijke persoonlijkheid houdt pas op te bestaan wanneer alle levensfuncties volledig en onomkeerbaar uitgevallen zijn en de betrokkene geen teken van leven meer geeft. Iemand die zich jarenlang in een comateuze toestand bevindt, kan zijn natuurlijke persoonlijkheid gedurende al die jaren behouden. Een klinisch dode patiënt daarentegen, die verkeert in een vegetatieve staat en die in leven gehouden wordt met mechanische en chemische middelen, behoudt zijn natuurlijke persoonlijkheid niet.
Ethische vraag
Dit is duidelijk. Dit roept echter bij mij wel een ethische vraag op. Stel nu dat de wetenschap steeds verder gaat en steeds meer mogelijkheden ontstaan om defecte of versleten lichaamsdelen te vervangen. Komt er dan een tijd dat bionische hulpmiddelen ervoor gaan zorgen dat wij geen mens meer zijn? Stel, alle aansturing van spieren geschiedt via een inwendige computer, alle zenuwprikkelingen komen binnen in deze inwendige computer en alle beslissingen worden genomen door een elektronisch brein, geïmplanteerd in de hersenen. De functie van de hersenen is dan als het ware overgenomen door een PC. Is deze persoon dan hersendood, ook al kan hij nog alles doen door de aanwezigheid van het implantaat? Ik weet ook wel dat de wetenschappelijke ontwikkelingen niet zo snel gaan. Maar vaak ben ik verbaasd over de mogelijkheden die er zijn op het medische en IT-vlak. Misschien is toekomst wel dichterbij dan wij denken. Misschien worden wij wel verrast door de wetenschap en wordt ineens een persoon met dergelijke computerhersenen gepresenteerd. Is het dan een mens of een robot? Of ontstaat er dan een nieuwe androgyne mengvorm? Medisch kan de persoon (wellicht) normaal functioneren.
Dan ontstaat er in de juridische wereld ineens paniek. Want ons mensbeeld moet dan ook juridisch worden aangepast. Als overlijdenscriterium kan dan hersendood niet meer worden gehanteerd. Moet er dan een ander criterium komen, bijvoorbeeld een maximumpercentage aan lichaamsvreemde materialen? Maar er moet dan wel wereldwijde consensus bestaan over het begrip ‘mens’. En wij weten hoelang ingrijpende juridische ontwikkelingen nodig hebben om tot wasdom te komen.
Ik geloof dat ik weer toe ben aan vakantie. Even kijken of mijn paspoort met de pasfoto van mij met een vergiet op, nog geldig is….. (De uitspraak over de Kerk van het Vliegend spaghettimonster werd overigens door de Raad van State ook in de vakantieperiode gedaan!)
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 21 juli 2020, nr 19/00082, ECLI:NL:GHARL:2020:5635
Geef een reactie