• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Brexit en directe belastingen – graag een langere overgangstermijn

21 maart 2019 door Steven den Boer

Met de tegenstem van het Britse Lagerhuis tegen de EU Withdrawal Motion lijkt een no deal Brexit onafwendbaar. Een no deal Brexit leidt direct tot een andere fiscale behandeling vanaf 29 maart 2019. Het Verenigd Koninkrijk is vanaf dat moment een derde land en wordt daarmee voor bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting niet anders behandeld dan pakweg Australië of Argentinië. Steven den Boer pleit voor een langere overgangstermijn.

Bedrijven met activiteiten in Nederland en het Verenigd Koninkrijk kunnen daardoor op 29 maart meteen met de nadelige gevolgen van een no deal Brexit worden geconfronteerd. Het meest aansprekende voorbeeld in de vennootschapsbelasting is het van rechtswege verbreken van een fiscale eenheid met een Britse vennootschap als moedermaatschappij of tussenmaatschappij (Papillon fiscale eenheid). Deze verbreking kan in veel gevallen een acute heffing van vennootschapsbelasting veroorzaken door het intreden van antimisbruikregelen, zoals de bekende en beruchte ‘15ai’ heffing. Daarnaast vallen in relatie tot het Verenigd Koninkrijk meteen alle voordelen weg die voortvloeien uit EU-richtlijnen zoals de Moeder-Dochter-richtlijn, Rente en Royalty-richtlijn en de Fusie-richtlijn.

Harde lijn

De staatssecretaris van Financiën heeft inmiddels voorgesorteerd en voor bepaalde gevallen fiscale overgangsmaatregelen aangekondigd. De grote lijn is duidelijk: no deal Brexit betekent dat voordelen en faciliteiten in relatie tot de EU (en vaak ook EER) niet meer beschikbaar zijn in relatie tot het Verenigd Koninkrijk. De staatssecretaris is slechts bereid om fiscaal overgangsrecht toe te passen tot het einde van het lopende boekjaar. Dus: een fiscale eenheid met een Britse vennootschap verbreekt van rechtswege niet op 29 maart 2019, maar pas per einde boekjaar van de betreffende fiscale eenheid. De achtergrond van deze beperkte overgangstermijn is dat bij het overgangsrecht niet zozeer het continueren van een bepaald fiscaal voordeel of faciliteit voorop staat, maar slechts wordt beoogd te voorkomen dat acute fiscale gevolgen en administratieve lasten optreden. Met andere woorden: de staatssecretaris vindt dat bij een no deal Brexit een harde lijn hoort: (de duur van) het overgangsrecht wordt tot een minimum beperkt.

Onvoldoende tijd

Ik vraag mij af of dit een juiste benadering is, zeker gelet op de datum van 29 maart. De staatssecretaris zoekt aansluiting bij het einde van het boekjaar van de belastingplichtige. Dit betekent dat de ene belastingplichtige (veel) langer van het overgangsregime gebruik kan maken dan een andere. Nederlandse concerns hebben veelal een boekjaar dat gelijkloopt met een kalenderjaar en kunnen hiermee ruim 9 maanden gebruik maken van het overgangsrecht. Maar juist Britse concerns met activiteiten in Nederland zullen ook voor hun Nederlandse vennootschappen vaak aansluiten bij het Engelse boekjaar, dat loopt van 1 april tot en met 31 maart. Deze vennootschappen hebben dan een overgangsperiode van slechts 2 dagen!

Hiermee wordt veel Britse concerns een redelijke overgangstermijn onthouden. Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat een overgangstermijn wordt aangehouden tot het einde van het eerste boekjaar dat eindigt op of na 31 december 2019. Zo heeft iedere onderneming voldoende tijd om te anticiperen op een no-deal Brexit en hoeven ondernemingen zich niet te bezondigen aan fiscale kunstgrepen zoals het aanpassen van hun (fiscale) boekjaar.

Brexit congres

Steven den Boer is een van de sprekers op het Brexit congres donderdag 4 april 2019. Op deze dag staan diverse specialisten klaar om u te helpen met praktische adviezen en tools. > Informatie en aanmelden.

Filed Under: Blogs, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
CDA blokkeert stemming wetsvoostel spoedreparatie FE Eerste Kamer
Volgende artikel
Digitax, GAFA tax of toch gewoon digitale dienstenbelasting?

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Mededeling toepassing aftrek wegens fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Opinie | Wanneer geniet je het genot: de verkoop van huurtermijnen

Lekt de Wet tegenbewijsregeling box 3 doordat vooruit ontvangen reguliere voordelen onbelast kunnen blijven? Mr. R.J.C. Segers geeft in deze NTFR Opinie een analyse van de wetgeving aan de hand van vooruit ontvangen huurtermijnen. Lees de hele NTFR/NDFR Opinie gratis via NDFR

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

Opinie | Geautomatiseerde besluitvorming voor wiens rekening?

De geautomatiseerde uitvoering van belastingwetgeving is niet meer weg te denken en een belangrijk hulpmiddel voor de uitvoering van belastingwetgeving. Wel kan automatisering tot verstrekkende gevolgen leiden. Mr. Reza Zeldenrust gaat in zijn NTFR Opinie in op drie situaties waarbij de afhankelijkheid van automatisering tot onwenselijke uitkomsten heeft geleid.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×