• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Btw-fraude in de e-commercesector, betalingsdienstaanbieders de oplossing?

11 februari 2020 door Tom Vincken

Steeds meer consumenten schaffen goederen en diensten online aan. Consumenten kunnen kiezen uit diverse leveranciers, producten en merken en kunnen betalen in een betrouwbare omgeving zonder dat zij van hun computer of smartphone op hoeven te kijken. Bedrijven hebben hun bedrijfsmodellen zodanig ingericht dat zij verkopen aan consumenten zonder dat zij fysiek in een land aanwezig hoeven te zijn. Dit lijkt de formule om met de btw over deze transacties te frauderen. De btw-schade bedraagt naar schatting vijf miljard per jaar. De EC wil deze fraude via betalingsdienstaanbieders (zoals ING, PayPal en MasterCard) aanpakken. De vraag is of de door de EC geïntroduceerde regelgeving robuust genoeg is om de btw-fraude daadwerkelijk aan te pakken.

Btw-fraude in de e-commercesector is een gemeenschappelijk probleem voor alle lidstaten. Het internet biedt bedrijven die frauduleus handelen de mogelijkheid om hun identiteit te verbergen achter een domeinnaam. Zelfs indien een belastingdienst van het bestaan van een onlinewinkel op de hoogte is, dan is de betreffende dienst vaak onbekend met de identiteit van het bedrijf dat erachter zit of is zij onbekend met de locatie of omzet van het bedrijf in een lidstaat. De afzonderlijke lidstaten blijken niet in staat om btw-fraude in de e-commercesector doeltreffend te bestrijden. Geen toegang hebben tot informatie over grensoverschrijdende leveringen van bedrijven aan consumenten en wettelijke beperkingen liggen hier voornamelijk aan ten grondslag. Doordat meer dan 90% van de online aankopen door Europese klanten wordt verricht via overmakingen, automatische afschrijvingen en kaartbetalingen is de EC van mening dat betalingsdienstaanbieders een belangrijke rol spelen in de oplossing van btw-fraude. Betalingsdienstaanbieders bezitten informatie over betalingen die belastingdiensten een volledig beeld kunnen geven van onlineaankopen en hen kunnen helpen bij hun controletaak ten aanzien van de btw-verplichting voor bedrijven.

Regelgeving

De nieuwe regelgeving houdt een registratieplicht in voor betalingsdienstaanbieders indien er sprake is van een grensoverschrijdende betaling van een in een lidstaat gevestigde afnemer aan een in een lidstaat of buiten de EU gevestigde begunstigde. Binnenlandse transacties zijn uitgesloten en de beoogde inwerktreding van de nieuwe regelgeving is 1 januari 2024.

Een betalingsdienstaanbieder heeft alleen een registratieplicht indien het totale bedrag aan betalingen dat een begunstigde ontvangt uitkomt boven de vijfentwintig betalingen per kalenderkwartaal. De gegevens die een betalingsdienstaanbieder dient te verwerken hebben alleen betrekking op begunstigden die de betalingen ontvangen en op de betalingsverrichting zelf (onder meer de datum, bedrag, valuta, IBAN/BIC-nummer en btw-identificatienummer). Informatie over afnemers die de goederen of diensten afnemen en betalen wordt niet uitgewisseld. Alleen de locatie waar de afnemer gevestigd is wordt gedeeld. Alle geregistreerde gegevens worden vervolgens voor drie jaar opgeslagen in een centraal Europees systeem en uitgewisseld tussen de relevante belastingdiensten. Een belastingdienst wordt op die manier voldoende in de gelegenheid gesteld de naleving van de btw-regels te kunnen controleren en btw-fraude te bestrijden.

Aandachtspunten

De introductie van een registratieplicht voor betaaldienstaanbieders ten aanzien van betalingen is naar mijn mening een stap in de goede richting om btw-fraude in de e-commercesector te bestrijden. Toch kent de nieuwe regelgeving vooralsnog een aantal punten van aandacht. Allereerst de drempel van vijfentwintig betalingen per kalenderkwartaal. Voor frauduleuze bedrijven ligt ontwijking op de loer nu er op de Europese markt verschillende betalingsdienstaanbieders actief zijn. Door simpelweg gebruik te maken van diverse betalingsdienstaanbieders kunnen bedrijven de drempel van vijfentwintig betalingen per afnemer per kalenderkwartaal in eerste instantie ontwijken. Bovendien verhoogt het invoeren van een drempel de administratieve last voor bedrijven ten aanzien van de monitoring van betalingen. Op basis van de huidige tekst is er daarnaast een reële kans dat frauduleuze bedrijven in zee gaan met betaaldienstaanbieders die niet binnen de EU gevestigd zijn. Buiten de EU gevestigde betaaldienstaanbieders vallen namelijk niet binnen de reikwijdte van de nieuwe regelgeving.  Met het oog op de toekomst had de EC zich wellicht proactief kunnen opstellen door ook betalingen in digitale valuta (zoals een betaling in bitcoins) onder de reikwijdte van de nieuwe regels te laten vallen. Op die manier wordt het voor frauduleuze bedrijven minder aantrekkelijk om betalingen te gaan verrichten in digitale valuta. Tot slot blijft een ander belangrijk aandachtspunt of de belastingdienst tijdig een nieuwe administratieve verwerking van betaaldienstgegevens in haar IT-systemen kan implementeren en of de bezetting binnen de organisatie juist is. Het doel is immers het probleem van btw-fraude in de e-commercesector te bestrijden. Een goed functionerende belastingdienst is daarbij essentieel.

Mr. Tom Vincken is werkzaam als senior Tax Associate bij PwC.

Filed Under: Blogs, BTW & overdrachtsbelasting

Reageer
Vorige artikel
Paardenfokker geen ondernemer voor de omzetbelasting
Volgende artikel
Geen reden om KOR aan te passen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Opinie | Wanneer geniet je het genot: de verkoop van huurtermijnen

Lekt de Wet tegenbewijsregeling box 3 doordat vooruit ontvangen reguliere voordelen onbelast kunnen blijven? Mr. R.J.C. Segers geeft in deze NTFR Opinie een analyse van de wetgeving aan de hand van vooruit ontvangen huurtermijnen. Lees de hele NTFR/NDFR Opinie gratis via NDFR

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

Opinie | Geautomatiseerde besluitvorming voor wiens rekening?

De geautomatiseerde uitvoering van belastingwetgeving is niet meer weg te denken en een belangrijk hulpmiddel voor de uitvoering van belastingwetgeving. Wel kan automatisering tot verstrekkende gevolgen leiden. Mr. Reza Zeldenrust gaat in zijn NTFR Opinie in op drie situaties waarbij de afhankelijkheid van automatisering tot onwenselijke uitkomsten heeft geleid.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×