• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Btw verschuldigd bij acceptatie winnend bod veiling

10 mei 2022 door Remco Latour

platformexploitanten

Stel dat een btw-ondernemer goederen en diensten veilt via een website. Hij is dan btw verschuldigd op het moment dat hij de winnende consument een te verzilveren bon overhandigt. Zelfs als niet iedereen zulke bonnen verzilvert.

Hoofdregel verschuldigdheid van omzetbelasting bij factuur

Als een btw-ondernemer vanwege een verrichte prestatie een factuur moet uitreiken, is hij in beginsel de omzetbelasting verschuldigd op het tijdstip waarop hij de factuur uitreikt. Reikt de ondernemer de factuur niet tijdig uit? Dan is hij de omzetbelasting verschuldigd op het tijdstip waarop hij de factuur uiterlijk had moeten uitreiken. Deze regels gelden niet in het geval van verlegging. Dan is namelijk de afnemer van de prestatie de omzetbelasting verschuldigd en wel op het moment waarop de ondernemer de dienst verleent. Stel nu dat de ondernemer de vergoeding voor zijn verrichte prestatie (gedeeltelijk) ontvangt voordat hij een factuur heeft uitgereikt of had moeten uitreiken of voordat de dienst met verlegde btw is verleend. In dat geval is de omzetbelasting verschuldigd op het moment van deze (gedeeltelijke) ontvangst.

Factureringsplicht

Btw-ondernemers moeten in beginsel factureren uitreiken in verband met:

  • leveringen van goederen en het verlenen van diensten voor een andere btw-ondernemer of voor een rechtspersoon die geen btw-ondernemer is;
  • intracommunautaire afstandsverkopen van goederen waarbij de btw-ondernemer geen gebruik maakt van de Unieregeling;
  • intracommunautaire leveringen (ICL) van goederen die voor de leverancier zijn belast tegen het 0%-tarief;
  • vooruitbetalingen die hij ontvangt vanwege prestaties aan btw-ondernemers en lichamen of in het kader van intracommunautaire afstandsverkopen van goederen;
  • vooruitbetalingen die de btw-ondernemer ontvangt van een andere btw-ondernemers of van lichamen, voordat hij die dienst heeft verleend.

Uitreiken van factuur

In beginsel moet een btw-ondernemer zijn factuur uiterlijk uitreiken op de vijftiende dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de prestatie heeft verricht. In het geval van vooruitbetalingen moet hij de factuur uitreiken voordat de vooruitbetaling opeisbaar is.

Verschuldigdheid op moment van prestatie

Als de ondernemer niet is verplicht om een factuur uit te reiken, is in principe de omzetbelasting verschuldigd op het moment waarop de ondernemer de goederen levert of de dienst verleent. Moet de ondernemer omzetbelasting betalen vanwege privégebruik van zakelijke goederen en/of diensten? Dan is de ondernemer de omzetbelasting verschuldigd op de laatste dag van het boekjaar waarin het privégebruik plaatsvindt. Daarbij moet hij privégebruik dat nog niet is voltooid op die laatste dag behandelen alsof het op die dag wel is voltooid. Tenminste, voor zover dat privégebruik betrekking heeft op dat boekjaar. Is het boekjaar langer dan een jaar? Dan is de ondernemer de btw verschuldigd op de laatste dag van het kalenderjaar waarin het privégebruik plaatsvindt.

Intracommunautaire verwerving

Bij de ICL van goederen of het intracommunautair overbrengen van bedrijfsmiddelen telt de ontvangst van deze goederen of middelen als een intracommunautaire verwerving (ICV). De btw die de afnemer moet betalen is verschuldigd op het moment van uitreiking van de factuur. De btw is uiterlijk verschuldigd op de vijftiende dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de prestatie heeft verricht. Op deze regel gelden geen uitzonderingen.

Doorlopende prestaties

Het kan gebeuren dat een btw-ondernemer doorlopende diensten verleend aan een afnemer naar wie hij de btw verlegt. Duurt de desbetreffende periode langer dan een jaar? Dan wordt de dienstverlening geacht bij de afloop van elk kalenderjaar te zijn voltooid zolang de dienstververlening doorloopt. Daarbij mag de dienstverlening geen aanleiding geven tot afrekeningen of betalingen in die periode. ICL’s die langer dan een kalendermaand doorlopend plaatsvinden, worden geacht bij de afloop van elke kalendermaand te zijn voltooid zolang de goederenlevering doorloopt. Andere prestaties die de ondernemer gedurende een zekere periode doorlopend verricht, worden geacht minimaal eenmaal per jaar te zijn voltooid.

Afstandsverkopen via elektronische interface

Als een btw-ondernemer door middel van een elektronische interface afstandsverkopen van goederen uit niet-EU-landen faciliteert, geldt mogelijk een aparte regeling. Dat is het geval als de goederen een intrinsieke waarde hebben van maximaal € 150. In deze situatie wordt die ondernemer geacht die goederen zelf te hebben ontvangen en geleverd. Deze fictie geldt ook als een btw-ondernemer via het gebruik van een elektronische interface de levering van goederen binnen de Unie door een ondernemer van buiten de EU aan niet-ondernemers faciliteert. Als deze fictie van toepassing is, is de ondernemer de btw verschuldigd op het tijdstip waarop de betaling is aanvaard.

Winnen van veiling

In een zaak voor Hof Amsterdam kwam de vraag op hoe het zit met de verschuldigdheid van btw als een afgenomen prestatie kan komen te vervallen. Het betrof een vennootschap die een website exploiteerde. Op deze website konden consumenten op een internetveiling bieden op goederen en diensten van derde-ondernemers (aanbieders). Tot de aangeboden prestaties behoorden onder andere reizen en arrangementen. Wie op het moment van sluiten van de veiling het hoogste bod had geplaatst, was de winnaar. De winnende consument moest binnen een bepaalde periode het winnende bod plus € 5 administratiekosten betalen aan het bedrijf. Vervolgens ontving deze consument een digitale bon met een code. De consument moest deze bon binnen een vooraf vastgestelde periode verzilveren bij de aanbieder.

Wel of geen verzilvering

Bij verzilvering van de bon door de consument kocht de vennootschap de prestatie bij de aanbieder in. Dat gebeurde op basis van de vergoeding die tussen het bedrijf en de aanbieder was overeengekomen. Als geen bestelling, boeking of reservering plaatsvond, kwam het recht op de prestatie te vervallen. In dat geval had de consument geen recht op terugbetaling van het bedrag dat zij had betaald aan het bedrijf. Van tussen de 4 en 16% van alle bonnen bleef de verzilvering achterwege.

Btw over voordeel van uitgebleven inkoopkosten

Volgens de vennootschap zou zij de omzetbelasting pas zijn verschuldigd op het moment van de verzilvering van de bon. Zowel de Belastingdienst als Hof Amsterdam is het daar niet mee eens. De vennootschap is de btw verschuldigd om het moment dat zij de winnende consument de bon doet toekomen. Op dat moment is namelijk sprake van een overdracht van beschikkingsmacht.

Wet: art. 3c, 12, tweede lid, 13, 13a, 34c en 34g Wet OB 1968

Bron: Gerechtshof Amsterdam 12 april 2022 (gepubliceerd 4 mei 2022), ECLI:NL:GHAMS:2022:1289, 21/00165

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Nieuws, Verdieping, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Accountantscontrole NOW-regeling vaak ontoereikend
Volgende artikel
Gemeente mag WOZ-beschikking sturen via MijnOverheid

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Strikte toepassing grens startersvrijstelling bij overdracht woning

Een koper van een woning die net boven de grens voor de startersvrijstelling zit, moet de volledige overdrachtsbelasting betalen. De rechtbank volgt strikt de wet en ziet geen ruimte voor uitzondering, ook al is het verschil met de waardegrens gering.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×