• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Buitenlandse schadeafwikkelingsdiensten zijn btw-belast

27 november 2024 door Remco Latour

De btw-vrijstelling voor verzekeringsdiensten is niet van toepassing op buitenlandse schadeafwikkelingsdiensten.

Een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van verlegde omzetbelasting voor buitenlandse schadeafwikkelingsdiensten. De FE stelt dat deze diensten onlosmakelijk verbonden zijn met haar verzekeringsdiensten. Daarom moeten de buitenlandse schadeafwikkelingsdiensten onder de btw-vrijstelling voor verzekeringsdiensten vallen, aldus de FE. De Belastingdienst meent echter dat de buitenlandse schadeafwikkelingsdiensten wel btw-belaste prestaties zijn. De zaak belandt voor rechtbank Noord-Nederland, die prejudiciële vragen stelt aan de Hoge Raad. Eerst herformuleert de Hoge Raad deze prejudiciële vragen. Vervolgens oordeelt de Hoge Raad dat twee diensten niet zijn aan te merken als een dienst voor de omzetbelasting als zij plaatsvinden op grond van twee verschillende rechtsbetrekkingen waarbij twee verschillende ondernemers zijn betrokken. Zie ook NTFR 2024/1102 en ‘Verzekering en schadeafwikkeling zijn twee diensten voor btw’.

Voorwaarden kwalificatie als verzekeringsdiensten

Na dit antwoord van de Hoge Raad moet rechtbank Noord-Nederland onderzoeken of de schadeafwikkelingsdiensten op zichzelf verzekeringsdiensten zijn die onder de btw-vrijstelling vallen. Dat is volgens de rechtbank het geval als:

  • de desbetreffende diensten samenhangen met handelingen met betrekking tot verzekering en herverzekering. De partijen zijn het erover eens dat is voldaan aan deze voorwaarde; en
  • een assurantiemakelaar of verzekeringstussenpersoon de desbetreffende diensten verricht. Of aan deze voorwaarde is voldaan, is een geschilpunt.

Schaderegelaars zijn geen verzekeringstussenpersonen

De rechtbank onderzoekt daarom of de buitenlandse schaderegelaars als verzekeringstussenpersonen zijn aan te merken. Aan de hand van het zogeheten Aspiro-arrest (NTFR 2016/1070) concludeert de rechtbank dat dit niet het geval is. Verzekeringstussenpersonen moeten bijvoorbeeld nieuwe cliënten zoeken en deze in contact brengen met de verzekeraar. De buitenlandse schaderegelaars in deze zaak verrichten zulke werkzaamheden niet. Bovendien is in het Aspiro-arrest verduidelijkt dat het regelen van schadegevallen namens en voor rekening van een verzekeraar niet valt onder de vrijstelling voor verzekeringstussenpersonen. Bovendien moeten de schaderegelaars organisatorisch los staan van de verzekeraar. Zij mogen zich uitsluitend bezighouden met de schadeafwikkeling, zonder zelf als verzekeraar op te treden. Mede door dit organisatorische onderscheid kwalificeren zij niet als verzekeringstussenpersonen.

Geen vaste inrichtingen

Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de buitenlandse dochtervennootschappen van de FE niet als vaste inrichtingen zijn aan te merken voor omzetbelastingdoeleinden. De FE heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat zij over de personele en technische middelen van de dochtervennootschappen kan beschikken alsof het haar eigen middelen zijn. Het beroepschrift van de FE is daarom ongegrond.

Wet: art. 11, eerste lid, onderdeel k Wet OB 1968

Bron: rechtbank Noord-Nederland 19 november 2024 (gepubliceerd 22 november 2024), ECLI:NL:RBNNE:2024:4578, LEE 21/1215

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
NOB pleit voor soft landing bij Wet implementatie DAC8 – cryptoactiva
Volgende artikel
Stelsel vóór 2017 geen grond voor ambtshalve vermindering

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Strikte toepassing grens startersvrijstelling bij overdracht woning

Een koper van een woning die net boven de grens voor de startersvrijstelling zit, moet de volledige overdrachtsbelasting betalen. De rechtbank volgt strikt de wet en ziet geen ruimte voor uitzondering, ook al is het verschil met de waardegrens gering.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Overdrachtsbelasting

Online cursus Btw-aangifte

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×