• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Geen gemengde pro rata-berekening aftrek voorbelasting

23 april 2021 door Remco Latour

vergoeding eigen bijdrage kinderopvang

Mr. Paul Zijlstra geeft zijn commentaar op een recent arrest waarin de Hoge Raad constateert dat Nederland btw-ondernemers niet de maximale vrijheid geeft die de btw-richtlijn biedt voor het berekenen van de voorbelasting op gemengd gebruikte prestaties. Zo mag een ondernemer geen mix gebruiken van de pro rata methode op basis van omzet en op grond van het werkelijk gebruik. Maar het is evenmin zo dat de richtlijn lidstaten verplicht om deze methode toe te staan, zo stelt de Hoge Raad vast. Zijlstra meent dat het beter zou zijn als ondernemers wel deze vrijheid van de btw-richtlijn geboden krijgen.

De kernactiviteit van een bv, die behoorde tot een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting, was het tegen vergoeding aanbieden van kinderopvang. Zulke dienstverlening was en is vrijgesteld van btw. Van het totaal aan vergoedingen dat de FE had ontvangen was 2% met btw belast. Derden hadden aan de bv btw in rekening gebracht ter zake van diensten inzake een ICT-platform. De bv gebruikte dit platform voor het verrichten van diensten waarvoor recht op aftrek bestond, maar ook voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestond.

Gemengde berekening aftrek voorbelasting?

De FE wil de omvang van het recht op aftrek van btw op de gemengd gebruikte prestaties berekenen door het deel met betrekking tot het ICT-platform te bepalen aan de hand van de pro rata naar werkelijk gebruik. Voor het overige deel wil zij de pro rata naar omzetverhouding toepassen. Zowel de Belastingdienst als Hof Den Bosch (zie NTFR 2019/303) stellen dat deze berekeningswijze niet is toegestaan. De FE gaat in cassatie tegen de hofuitspraak, maar zonder succes. De Hoge Raad zet uiteen dat lidstaten op grond van de btw-richtlijn de vrijheid hebben de pro rata-aftrek naar werkelijk gebruik te doen toepassen voor:

  • alleen het geheel van alle gemengd gebruikte goederen en diensten, of
  • mede een deel van de gemengd gebruikte goederen en diensten. In dat geval moet men met betrekking tot de overige goederen en diensten in beginsel de pro rata naar omzetverhouding toepassen.

Nederlandse uitwerking

Op grond van de Nederlandse regelgeving is de pro rata naar werkelijk gebruik uitsluitend onder de volgende voorwaarde toepasbaar. Het werkelijke gebruik van goederen en diensten, als geheel genomen, mag niet overeenkomen met de mate van aftrek berekend volgens de pro rata naar omzetverhouding. De methoden van de btw-richtlijn zijn dus in zoverre beperkt geïmplementeerd dat de pro rata naar werkelijk gebruik in Nederland alleen valt toe te passen op alle gemengd gebruikte goederen en diensten. Maar niet – zoals die richtlijnbepaling toestaat – op mede een deel van die goederen en diensten. De Hoge Raad twijfelt er echter niet aan dat de richtlijn zich niet verzet tegen een stelsel waarin men de pro rata naar werkelijk gebruik alleen toepast in alle gevallen waarin blijkt dat de pro rata naar omzetverhouding botst met de werkelijkheid. De Hoge Raad verklaart daarom het cassatieberoep van de FE ongegrond.

Commentaar mr. Paul Zijlstra

Taxence vroeg mr. Paul Zijlstra, btw-specialist bij KPMG Meijburg & Co, om een reactie op dit arrest.

Het Nederlandse systeem van toerekening van btw-voorbelasting op algemene kosten is minder nauwkeurig dan het op grond van de EU btw-richtlijn had kunnen zijn. Aan de ene kant begrijp ik de beslissing van de Hoge Raad, dat het Nederlandse systeem niettemin door de Europeesrechtelijke beugel kan. Maar aan de andere kant hoeft een formeel deugend systeem niet per se goed te zijn. Ik meen dan ook dat het tijd wordt dat de Nederlandse regels een preciezere toerekening van btw-voorbelasting op algemene kosten mogelijk gaan maken. De EU btw-richtlijn biedt daar de ruimte voor, waarom aarzelen?

Richtlijn: art. 173, tweede lid, onderdelen c en d btw-richtlijn

Wet: art. 15, zesde lid Wet OB 1968

Beschikking: art. 11 Uitv.besch. OB

Bron: Hoge Raad 23 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:645, 19/04081

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Interne instructie familiebank via WOB-verzoek openbaar
Volgende artikel
Valt jubelton in duigen?

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

btw vrijstelling cartoonist

Evaluatie btw-vrijstellingen

Staatssecretaris Van Oostenbruggen stuurt de Tweede Kamer de evaluatie van enkele vrijstellingen in de btw. Het kabinet komt voor het zomerreces met een reactie.

btw

Nederland kent relatief groot btw-beleidsgat door vrijstellingen en verlaagde tarieven

Het Nederlandse btw-nalevingsgat is in 2022 gestegen naar 7,9%. Ook het btw-beleidsgat blijft hoog, vooral door verplichte vrijstellingen en het ruime gebruik van verlaagde tarieven.

verbouwing van kantoor naar hotel

Tijdelijk hoofdverblijf toch voor verlaagd tarief overdrachtsbelasting in aanmerking

Het hof oordeelt dat de man en zijn echtgenote recht hebben op het verlaagde 2%-tarief omdat zij woning I meer dan zes maanden als hoofdverblijf gebruiken, ondanks dat zij vooraf een tweede woning aankopen.

dividend-aandelen

Bedrijfstakpensioenfonds draagt beleggingsrisico niet primair, geen btw-vrijstelling

Het hof oordeelt dat een bedrijfstakpensioenfonds met een middelloonregeling niet kwalificeert als een ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen. De deelnemers dragen het beleggingsrisico niet in de eerste plaats, waardoor de vrijstelling voor btw op beheerdiensten niet geldt.

declaraties

Besluit administratieve verplichtingen omzetbelasting

De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit administratieve verplichtingen omzetbelasting gepubliceerd. Dit besluit is een actualisering van het Besluit van 6 december 2014, nr. BLKB 2014-704M (Stcrt. 2014, 36166).

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

Webinar wijzigingen btw voor holdings per 1 juli 2025

Nationaal Btw Congres 2025

PE-pitstop Btw en de Horeca- & Recreatiesector

Online cursus Btw en de verleggingsregeling

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×