• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Irimierente door onterechte weigering koepelvrijstelling

13 april 2022 door Remco Latour

steun gemeente

Als de inspecteur ten onrechte de toepassing van de koepelvrijstelling volledig afwijst, is hij Irimierente verschuldigd.

Drie gemeenten hadden op 1 januari 2014 een samenwerkingsverband opgericht. Dit samenwerkingsverband voerde de taken uit die de drie gemeenten daarvoor zelfstandig verrichtten. Het samenwerkingsverband bracht over haar prestaties aan de drie gemeenten geen btw in rekening. Het samenwerkingsverband meende namelijk dat de zogeheten koepelvrijstelling van toepassing was. Maar de inspecteur dacht daar anders over. Daarom legde hij het samenwerkingsverband naheffingsaanslagen omzetbelasting op. Het samenwerkingsverband ging in bezwaar tegen deze aanslagen. Daarbij was een complicerende factor dat de inspecteur gedurende de bezwaarprocedure een paar keer zijn standpunt moest herzien. De eerste keer was een verruimde toepassing van de koepelvrijstelling toegestaan. Maar later dat jaar bleek uit Europese rechtspraak dat de ruimere werking van de Nederlandse koepelvrijstelling in strijd was met het Unierecht. Uiteindelijk sloten de fiscus, de drie gemeenten en het samenwerkingsverband een vaststellingsovereenkomst (VSO). Op grond van de VSO vernietigde de Belastingdienst de naheffingsaanslagen omzetbelasting.

Samenwerkingsverband eist Irimierente

Als de inspecteur in strijd met het Unierecht belasting heft, is hij zogenoemde Irimierente verschuldigd. In deze zaak vergoedde de fiscus geen Irimierente over de teruggaven. Het samenwerkingsverband was het daar niet mee eens en ging in beroep. Maar Rechtbank Den Haag wijst het beroep van het samenwerkingsverband af. Zie NTFR 2021/2739. In hoger beroep heeft het samenwerkingsverband echter wel succes. Uit de Europese rechtspraak blijkt dat de koepelvrijstelling niet alleen geldt voor groeperingen waarvan de leden uitsluitend een activiteit uitoefenen die is vrijgesteld of waarvoor zij niet belastingplichtig zijn. Neem bijvoorbeeld diensten die een zelfstandige groeperingen van personen (ZGP) verleent. Oefenen de leden van deze ZGP ook belastbare activiteiten uit? Dan komen de diensten toch in aanmerking komen voor die vrijstelling. Maar alleen voor zover die diensten direct nodig zijn voor de activiteiten van die leden die zijn vrijgesteld of waarvoor zij niet belastingplichtig zijn.

Koepelvrijstelling wel deels van toepassing

Hof Den Haag concludeert daarom dat de koepelvrijstelling ook op een deel van de tussen het samenwerkingsverband en de drie gemeenten overeengekomen diensten is toe te passen. Stel dat de koepelvrijstelling alleen gold als alle overeengekomen diensten kwalificeren als prestaties die voor deze vrijstelling in aanmerking komen. Men zou dan de nuttige werking aan de koepelvrijstelling ontnemen. Wel dient men in een dergelijke situatie de diensten te splitsen in een deel dat wel, en een deel dat niet onder de koepelvrijstelling valt. Het samenwerkingsverband verricht mede werkzaamheden waarvoor de gemeenten niet btw-plichtig zijn. Uiteindelijk oordeelt het hof dat 90% van de handelingen van het samenwerkingsverband onder de koepelvrijstelling vallen. Dat betekent dat de Belastingdienst ten onrechte btw heeft geheven en Irimierente is verschuldigd.

Wet: art. 28c Iw 1990 en art. 11, eerste lid, onderdeel u Wet OB 1968

Bron: Gerechtshof Den Haag 24 maart 2022 (gepubliceerd 11 april 2022), ECLI:NL:GHDHA:2022:598, BK-21/00331

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Toename aantal boekenonderzoeken Belastingdienst verwacht
Volgende artikel
Promotie Mitra Tydeman: een juridisch en fiscaal onderzoek naar de anbi-categorie religie, spiritualiteit en levensbeschouwing

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Stoppen-met-roken-zorg geen medische vrijstelling voor btw

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat stoppen-met-roken-programma’s niet onder de medische vrijstelling voor de btw vallen. De bv toont niet aan dat haar coaches beschikken over de vereiste BIG-kwalificaties of een daarmee gelijkwaardig niveau.

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Overdrachtsbelasting

Online cursus Btw-aangifte

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×