• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Inspecteur hoeft niet achterste van zijn tong te laten zien

8 juni 2021 door Remco Latour

Heeft de inspecteur aan een rekeninghouder een informatiebeschikking opgelegd met betrekking tot verzwegen buitenlandse bankrekeningen? En wist de Belastingdienst al van een deel van deze rekeningen, zonder dit te melden aan de rekeninghouder? Advocaat-Generaal IJzerman ziet in deze omstandigheden geen reden om de informatiebeschikking te vernietigen.

De FIOD heeft de inspecteur intern geïnformeerd over de ontdekking van bepaalde verzwegen Belgische bankrekeningen van een vrouw. Daarop heeft de fiscus in een brief van 23 juli 2015 in het algemeen gevraagd welke buitenlandse bankrekeningen de vrouw heeft of had vanaf 1 januari 2003. De inspecteur verzocht om toezending van rekeningafschriften. Ook vroeg hij wat de herkomst was van de stortingen op de buitenlandse bankrekeningen. En wie anders mede beschikkingsmacht had over de rekeningen. De inspecteur heeft de vrouw overigens niet geïnformeerd over bankrekeningen die hem al bekend waren.

Beantwoording deel van de vragen

In haar antwoord heeft de vrouw gewezen op bepaalde buitenlandse bankrekeningen, maar tot een volledige beantwoording is het niet gekomen. Zij heeft bijvoorbeeld de Belgische bankrekeningen niet genoemd. Daarop heeft de Belastingdienst een informatiebeschikking vastgesteld. Deze ziet op de vragen over de buitenlandse bankrekeningen die de vrouw aanhield van 1 januari 2003 tot en met 3 mei 2016, met het oog op de heffing van IB/PVV en omzetbelasting. Later heeft de inspecteur de vrouw geïnformeerd dat zij volgens bij hem bekende gegevens (heeft) beschikt over Belgische bankrekeningen zonder deze ooit te melden. In geschil is of de fiscus door middel van deze informatiebeschikking terecht heeft bepaald dat de vrouw niet heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen.

Bedoeling van informatiebeschikking

Volgens Hof Den Haag (zie: NTFR 2020/1529) heeft de inspecteur de vrouw bij het vragen van informatie en het geven van de informatiebeschikking ten onrechte bewust in het ongewisse gelaten over de bij hem bekende informatie over de Belgische bankrekeningen. In dat verband heeft hij de vrouw onvoldoende duidelijk gemaakt welke informatie hij exact wenste te ontvangen. Deze werkwijze is naar het oordeel van het hof niet te verenigen met het doel van de informatiebeschikking. Dat doel omvat het bieden van rechtsbescherming met betrekking tot zowel de legitimiteit van het informatieverzoek, als (het voorkomen van) de omkering van de bewijslast. Het had op de weg van de inspecteur gelegen om de vrouw bij het vragen van informatie op de hoogte te brengen van de bij hem bekende informatie over de Belgische bankrekeningen. Aan de hand daarvan had de fiscus de vrouw moeten vragen om nadere gegevens met betrekking deze rekeningen. Daarbij had de Belastingdienst voorts in algemene zin kunnen vragen of de vrouw over andere buitenlandse bankrekeningen beschikt. Het hof heeft de informatiebeschikking vernietigd.

Rechtsbescherming van processuele aard

De Advocaat-generaal (A-G) merkt op dat het hem, anders dan het hof, volstrekt duidelijk lijkt welke informatie de inspecteur wenste te ontvangen. Met de benadering en beoordeling van het hof is de A-G het niet eens om twee redenen. De eerste is dat het hof hier volgens hem niet goed omgaat met het uitgangspunt dat de meerdere rechtsbescherming die is ontstaan door de invoering van de informatiebeschikking van processuele aard is. De informatiebeschikking is ingevoerd om belastingplichtigen in de gelegenheid te stellen hun standpunt over de omvang van hun informatieplicht vrijelijk te kunnen voorleggen aan de rechter. Dus zonder dat onmiddellijk – in beroep na oplegging van een belastingaanslag – omkering van de bewijslast moest volgen als de rechter het daarover niet eens bleek te zijn met de belastingplichtige. De A-G meent dat hier volledig blijft voldaan aan die processuele rechtsbescherming. Ongeacht of de inspecteur al dan niet ten tijde van het geven van de informatiebeschikking aan belanghebbende heeft meegedeeld dat hij al op de hoogte was van de Belgische bankrekeningen.

Wettelijke verplichting ontbreekt

De tweede reden waarom de A-G zich niet kan verenigen met de beoordeling van het hof is van materiële aard. Er is geen wettelijke regel die de inspecteur voorschrijft bij de afgifte van een informatiebeschikking alle relevante informatie bekend te maken waarover hij al beschikt.

Geen schending zorgvuldigheidsbeginsel

Dat neemt niet weg dat de inspecteur bij het afgeven van een informatiebeschikking moet blijven binnen de begrenzingen als gesteld door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Maar in deze zaak is daaraan volgens de A-G voldaan. Dat de inspecteur op de hoogte was van de Belgische bankrekeningen, hoefde de vrouw niet te weten om te kunnen voldoen aan het informatieverzoek. In zoverre is dus geen enkel bezwaar of nadeel voor de vrouw aanwijsbaar. Het zorgvuldigheidsbeginsel of het beginsel van ‘fair play’, acht de A-G niet geschonden. Er was voldoende aanleiding om te kunnen veronderstellen dat de vrouw meer buitenlandse rekeningen verzwegen had. Al met al adviseert de A-G de Hoge Raad de afgegeven informatiebeschikking in stand te laten.

Wet: art. 47 en 52a AWR

Bron: Parket bij de Hoge Raad 18 mei 2021 (gepubliceerd 4 juni 2021), ECLI:NL:PHR:2021:492, 20/01369

Filed Under: Fiscaal nieuws, Formeel belastingrecht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Intrekken verklaring geen privégebruik auto
Volgende artikel
Nieuw document vragen en antwoorden lijfrenten beschikbaar

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

luxemburg

Informatiebeschikking over Luxemburgse bankrekeningen terecht

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de informatiebeschikking terecht heeft opgelegd voor de jaren 2008-2014. Voor de jaren 2015-2018 vervalt de beschikking omdat inmiddels aanslagen zijn opgelegd. De man moet alsnog binnen zes weken de gevraagde informatie over Luxemburgse bankrekeningen verstrekken.

Hof moet ontvankelijkheid hoger beroep aftrek zorgkosten partner opnieuw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt dat het hof het hoger beroep van een vrouw ten onrechte heeft afgewezen wegens het ontbreken van een volmacht. Het hof moet opnieuw onderzoeken of de vrouw zelf hoger beroep mocht instellen tegen de aanslag van haar ex-echtgenoot.

contant geld

Negatieve kas en contante stortingen rechtvaardigen navordering en boeten

Het Hof ’s-Hertogenbosch bevestigt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen en vergrijpboeten heeft opgelegd aan een ondernemer met negatieve kasstanden en contante stortingen zonder bekende herkomst over 2011 en 2012. De man deed niet de vereiste aangiften en de bewijslast mag worden omgekeerd. Wel ontvangt hij 4.000 euro immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

schuld aansprakelijkheid beestuurder

Internetconsultatie evaluatierapport Wet homologatie onderhands akkoord

Het ministerie van Justitie en Veiligheid is een internetconsultatie gestart over het evalutatierapport Wet homologatie onderhands akkoord.

voorlopige aanslag 2021

Standpunt interne compensatie tussen IB en PVV bij ambtshalve vermindering belastingaanslag

De Kennisgroep formeel recht heeft de vraag beantwoord of interne compensatie tussen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen mogelijk is in het kader van het nemen van een beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van een belastingaanslag.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×