• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Lid coöperatie is werknemer, geen ondernemer

3 juli 2020 door Remco Latour

Zelfs als één lid van een coöperatie verantwoordelijk is voor de hele omzet voor de coöperatie, is dat lid niet automatisch ondernemer. Volgens Hof Den Haag is het in zo’n geval goed mogelijk dat de coöperatie de ondernemer is.

Een huisarts had samen met haar dochter een coöperatie opgericht. Moeder en dochter waren de enige leden. De huisarts had 84,37% van de stemrechten, haar dochter de resterende 15,63%. Alleen de moeder verrichtte werkzaamheden voor de coöperatie, die een huisartsenpraktijk dreef. Zij diende daarvoor maandelijks facturen in. Maar het was de coöperatie die met verschillende opdrachtgevers overeenkomsten sloot met betrekking tot medische diensten. Toch meent de huisarts dat zij IB-ondernemer is. De coöperatie is in haar ogen een schijnconstructie tussen de huisartsenpraktijk en haar eenmanszaak.

Coöperatie is ondernemer

Maar het hof is niet overtuigd. De vrouw weet niet aannemelijk te maken dat zij naast haar werkzaamheden voor de coöperatie nog andere werkzaamheden heeft verricht. Bovendien is de coöperatie een rechtspersoon die op eigen naam en rekening kan handelen. Zij heeft ook daadwerkelijk de inkomsten die de huisarts genereerde verwerkt in haar administratie en omzet. Dat de werkzaamheden van de huisarts de omzet van de coöperatie genereren, betekent niet dat de huisarts de onderneming drijft. Verder vermeldt de oprichtingsakte van de coöperatie dat haar leden niet aansprakelijk zijn voor verbintenissen van de coöperatie. Het is daardoor niet de huisarts, maar de coöperatie die het ondernemersrisico draagt. Het hof oordeelt daarom dat de huisarts geen IB-ondernemer is, maar in fictieve dienstbetrekking is bij de coöperatie.

Wet: art. 3.4 en 3.5 Wet IB 2001

Bron: Gerechtshof Den Haag 24 juni 2020 (gepubliceerd 1 juli 2020), ECLI:NL:GHARL:2020:1105, BK-19/00418 tot en met BK-19/00422

Filed Under: Fiscaal nieuws, IB-ondernemer, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Wijzigingsbesluit vrijgestelde beleggingsinstelling
Volgende artikel
Aanvraag NOW 2.0 vanaf 6 juli

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

techniek advies

Ondernemersverlies niet aftrekbaar door ontbreken objectieve voordeelsverwachting

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de langdurige verliezen uit activiteiten naast het dienstverband van een brandweerman geen bron van inkomen zijn, waardoor de opgegeven verliezen niet in aftrek komen.

geruisloos doorgeschoven voortgezet ondernemerschap

Standpunt faciliteit geruisloze omzetting bij geruisloos doorgeschoven voortgezet ondernemerschap

De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft een standpunt ingenomen over de vraag of de faciliteit van de geruisloze omzetting van artikel 3.65 Wet IB 2001 van toepassing kan zijn op een geruisloos doorgeschoven voortgezet ondernemerschap.

adviseur meldpunt

Standpunt kwijtscheldingswinstvrijstelling

De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwijtscheldingswinstvrijstelling.

rente Vpb

Belastingrente van 4% bij naheffingsaanslag omzetbelasting is marktconform

Rechtbank Gelderland oordeelt dat belastingrente van 4% terecht in rekening is gebracht bij naheffingsaanslag omzetbelasting. Het rentepercentage is niet in strijd met beginselen van behoorlijk bestuur.

erfenis BOR artikel 30 SW

Geen fiscale afrekening bij overdracht tbs-pand na turboverdeling

De staatssecretaris van Financiën heeft goedgekeurd dat in een uitzonderlijke situatie geen fiscale afrekening hoeft plaats te vinden over het deel van de stille reserves in een ter beschikking gesteld pand dat via een turboverdeling aan een zoon wordt overgedragen. Deze goedkeuring is gebaseerd op de hardheidsclausule en geldt onder strikte voorwaarden.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen en kwijtschelden van vorderingen

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

AGENDA

Fiscale AI-dag

Verdiepende AI training voor de fiscale praktijk

Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Online cursus Internationale aspecten van Nederlandse belastingwetgeving

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Verdiepingscursus Tweetrapsmakingen opzetten en afwikkelen

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Verdiepingscursus Erven en schenken

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×