• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Oudedagsreserve telt maar één keer voor ondernemingsvermogen

3 april 2020 door Remco Latour

Oudedagsreserve telt maar één keer voor ondernemingsvermogen

Bij de berekening van een belaste afname van een oudedagsreserve hoeft de ondernemer zijn ondernemingsvermogen niet te verminderen met de oudedagsreserve. Maar hij moet die oudedagsreserve evenmin optellen bij zijn ondernemingsvermogen.

Onder omstandigheden valt (een deel van) een opgebouwde oudedagsreserve (OR) belast vrij. Namelijk als een ondernemer in een jaar zijn onderneming staakt, de pensioengerechtigde leeftijd bereikt of zowel in dat jaar als in het voorafgaande jaar niet meer voldoet aan het urencriterium. Het deel wat vrijvalt, is gelijk aan het bedrag waarmee de OR het ondernemingsvermogen aan het einde van het jaar overtreft. In dit kader moet men het ondernemingsvermogen stellen op de boekwaarde van de onderneming na aftrek van de fiscale reserve met uitzondering van de OR.

Onjuiste wetsuitleg

Voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant was in geschil hoe men deze regel moet uitleggen. Een ondernemer had aan het einde van 2016 activa met een boekwaarde van € 4.072. De schulden bedroegen € 632 en de OR € 15.173. Volgens de fiscus bedraagt het ondernemingsvermogen eind 2016 € 4.072-/- € 632 = € 3.440. De inspecteur stelt dat daarom € 15.173 -/- € 3.440 = € 11.733 van de OR moet vrijvallen. Maar de ondernemer beweert dat men de OR moet optellen bij het ondernemingsvermogen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant legt de ondernemer daarmee de wet verkeerd uit. De OR wordt niet als eens schuld aangemerkt, maar daar blijft het dan ook bij. De berekening van het ondernemingsvermogen van de inspecteur is juist. Zijn berekening van de vrijgevallen OR is dus eveneens correct.

Wet: art. 3.70 en 3.71 Wet IB 2001

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 maart 2020 (gepubliceerd 1 april 2020), ECLI:NL:RBZWB:2020:1342, AWB 19/2024

Filed Under: Fiscaal nieuws, IB-ondernemer, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Herziening omzetbelasting jongvee en melkkoeien na beëindiging landbouwregeling
Volgende artikel
Spoedwet voor testament op afstand

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

online jaarrekening elektronisch handelsregister

Besluit inwerkingtreding artikel XXXA Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer

Artikel XXXA van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

tax talks

Nieuwe regels voor beoordeling arbeidsrelaties

Vanaf 2026 treedt het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties (Vbar) in werking. Het introduceert duidelijke criteria voor werkrelaties, maakt extern ondernemerschap een volwaardig criterium en beëindigt het handhavingsmoratorium. Fiscalisten en ondernemers moeten zich voorbereiden op strengere toetsing door de Belastingdienst.

doorschuiffaciliteit open cv

Standpunt kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap

De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap.

vrouw laptop

Beantwoording nadere vragen Eerste Kamer over gezamenlijke basistarief

Staatssecretaris Heijnen beantwoordt nadere vragen van de Eerste Kamer over de mogelijkheden om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten voor een eigen woning te koppelen aan de 1e schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

Geen verhuiskostenforfait bij niet-zakelijke verhuizing voor beperkte nevenwerkzaamheden

Het Gerechtshof Amsterdam wees in juli 2025 een verzoek tot aftrek van verhuiskosten en het forfaitaire bedrag van € 7.750 af. De verhuizing was volgens het hof niet zakelijk noodzakelijk gezien de beperkte omvang van nevenwerkzaamheden naast substantiële loondienst, ondanks aangetoonde geluidsoverlast. Het hoger beroep bleef ongegrond; er is geen recht op aftrek of interne compensatie.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×