Het Hof oordeelt dat geen sprake is van schending van het verdedigingsbeginsel en evenmin van schending van beginselen van behoorlijk bestuur. Uit de door belanghebbende ingebrachte stukken kan niet worden afgeleid dat de inspecteur bij belanghebbende de indruk heeft gewekt dat hij af zou zien van heffing van douanerechten, nog daargelaten dat het vertrouwensbeginsel niet kan worden aangevoerd …
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2015:2074
Geef een reactie