De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat hij met zijn berekening van de waarde in voldoende mate en (uiteindelijk) op consistente wijze rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de vergelijkingsobjecten en de woning wat betreft (met name) geluidsoverlast, ligging en staat van onderhoud.
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2015:2111
Geef een reactie