Het Hof is van oordeel dat er geen onverklaarbare vertraging is opgetreden van meer dan zes maanden. De inspecteur heeft de navorderingsaanslagen met voldoende voortvarendheid vastgesteld. De beroepen zijn ongegrond.
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2016:1026
Geef een reactie