Op grond van een door de gemeente in 1959 met een waterleidingbedrijf gesloten overeenkomst is het Hof van oordeel dat de gemeente niet bevoegd is in haar hoedanigheid van grondeigenaar jegens belanghebbende op te treden tegen de aanwezigheid van de waterleidingen in de gemeentegrond. Het is dan niet toegestaan om ter zake van de aanwezigheid van dat netwerk precariobelasting te heffen (HR 10 j…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2017:4035&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie