In hoger beroep is in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende voldaan heeft aan het zogeheten “urencriterium”. Het geschil spitst zich daarbij toe op de vraag of de uren waarop belanghebbende voor de groepsaccommodatie beschikbaar is geweest mee kunnen worden gerekend voor de toepassing van het urencriterium en, bij bevestigend antwoord, of belanghebbende deze uren aannemelijk heeft …
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2014:492
Geef een reactie