Tussen partijen is in geschil of de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslag terecht de toepassing van de Bedrijfsopvolgingsregeling (hierna: BOR) als bedoeld in hoofdstuk IIIA van de Successiewet 1956 op het door belanghebbende geërfde belang in [A] BV heeft geweigerd voor zover het betreft het door [A] BV gehouden belang in [C] .
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:1196
Geef een reactie