Aangezien het in rekening brengen van aanmaningskosten en kosten van betekening van dwangbevelen, gezien art. 2 en 3 van de Kostenwet, een rechtstreeks gevolg is van het verrichten van invorderingswerkzaamheden van art. 1 van de Kostenwet, heeft de Rechtbank met haar oordelen over de voortijdigheid van de aanmaningen en de betekening van de dwangbevelen de grenzen van haar absolute competentie …
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2014:5202
Geef een reactie