In geschil is de door de Rechtbank toegekende proceskostenvergoeding van € 367,50 voor het beroep bij de Rechtbank van de 18 onderhavige (samenhangende) zaken. Naar het oordeel van het Hof heeft de Rechtbank met de door haar gehanteerde wegingsfactor van 0,25 onvoldoende rekening gehouden met de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverl…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2016:237
Geef een reactie