Het Hof oordeelt dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat tussen belanghebbende en [B] sprake is geweest van een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst. Het Hof legt aan dit oordeel ten grondslag dat de werkzaamheden die [B] voor belanghebbende heeft verricht het karakter van een vriendendienst overschrijden, dat [B] de werkzaamheden persoonlijk diende te verrichten en dat [B] van belangh…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2017:4152&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie