Inkomstenbelasting; art. 3.65 Wet IB 2001. Beslissing op een verzoek om geruisloze inbreng met terugwerkende kracht; belanghebbende geniet in de (voor)voorperiode een incidentele hoge ondernemingsbate; het belastingvoordeel, behaald doordat deze bij de besloten vennootschap wordt belast, is niet een incidenteel fiscaal voordeel dat aan terugwerkende kracht van de inbreng in de weg staat.
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2015:1257
Geef een reactie