Het verzoek om uitstel van de zitting is afgewezen omdat dit niet terstond na de oproeping gedaan is. Het verlenen van uitstel zou in dit geval een efficiënte afwikkeling van de zaken ontoelaatbaar in de weg staan. Een mondelinge bezwaar kan niet aangemerkt worden als een bezwaar in de zin van artikel 28 Grondbelastingverordening 1908. Tegen een verminderingsbeschikking kan niet rechtsgeldig be…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:OGEAC:2017:52
Geef een reactie