Verweerder heeft de bewuste onroerende zaken terecht aangemerkt als twee afzonderlijke objecten voor de Wet WOZ. Dat de twee woningen niet kadastraal gesplitst zijn, maakt niet dat ze als één geheel moeten worden gewaardeerd. Verder heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat de aan de afzonderlijke woning(en) toegekende waarde niet te hoog is. Ook heeft verweerder de beschikking op naam van eiser…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2017:11785&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie