Uit artikel 2.17, vierde lid, van de Wet IB volgt dat de keuze om de grondslag sparen en beleggen anders te verdelen gemaakt moet worden voordat de aanslag onherroepelijk vaststaat. Partijen zijn het erover eens dat te laat bezwaar is gemaakt, hetgeen betekent dat de aanslagen van eiser en van zijn echtgenote onherroepelijk zijn komen vast te staan en dus in rechte onaantastbaar zijn geworden. …
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2014:353&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie