Verweerder mag in beginsel van eiseres precariobelasting heffen op grond van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting. Belastingschuld vloeit voort uit die Verordening, zodat geen sprake is van strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In beginsel kan een uit een overeenkomst voortvloeiend recht alleen worden uitgeoefend tegenover degenen die partij waren b…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2017:1434
Geef een reactie