Wet woz. Waardevaststelling van een landgoed op grond van de Natuurschoonwet 1928. Verweerder heeft aannemelijk gemaakt dat hij de marktwaarde van het landgoed, vóór en na toepassing van de Nsw-uitzondering, niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2020:1245&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie