Bij de beoordeling van de vraag of de ANBI-intrekkingsbeschikking terecht is genomen is niet relevant of eiseres tevens voldoet aan de administratieverplichtingen genoemd in artikel 52 van de AWR en van haar statuten, maar aan de vereisten zoals neergelegd in de artikelen 41a, 41b, 41c van de Uitvoeringsregeling.
Gelet op de eenvoudige aard en de beperkte omvang van de activiteiten van eiseres…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2015:257
Geef een reactie