De rechtbank komt tot het oordeel dat eiseres geen recht heeft op een integrale proceskostenvergoeding en dat verweerder bij de toekenning van de forfaitaire proceskostenvergoeding terecht is uitgegaan van een gemiddeld gewicht van de zaken (factor 1). Voor de toekenning van de immateriële schadevergoeding is terecht uitgegaan van samenhangende zaken zodat eiseres geen recht heeft op een hogere…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2017:11209&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie