Inkomstenbelasting (artikel 3.90 Wet IB 2001)
De rechtbank acht aannemelijk dat belanghebbende een voordeel heeft behaald dat erin bestaat dat hij (indirect) aandelen heeft verworven voor een prijs die substantieel lager is dan de werkelijke waarde. Ook acht de rechtbank aannemelijk dat is voldaan aan het bewustheidsvereiste en het arbeidsvereiste. Nu een vervreemdingsintentie geen bronvoorwaar…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2017:2768
Geef een reactie