Het Hof oordeelt dat sprake is van schending van het beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging, maar dat belanghebbende hierdoor niet wezenlijk is benadeeld. Belanghebbende is terecht op grond van artikel 201, lid 3, CDW als schuldenaar aangemerkt. Dit geldt ook voor de aangifte waarbij zij de onjuiste gegevens niet rechtstreeks aan de aangever heeft verstrekt. De inspecteur heeft op goede gronden de verlengde navorderingstermijn toegepast.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ2208
Geef een reactie