Evenals de rechtbank oordeelt het Hof dat belanghebbende geen recht heeft op persoonsgebonden aftrek in verband met uitgaven voor zijn dochter omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn dochter behoefte had aan financiële ondersteuning en dat de uitgaven bestemd waren voor de kosten van haar levensonderhoud.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ4636
Geef een reactie